Nelly kan zo kwaad worden als ze iets niet kan vinden

Want dat heb ik met mijn zus ook meegemaakt, en die zag ook dingen die er niet waren. Dan zaten we daar, we moesten dan dikwijls ook lachen, zegt ze, stil, niks zeggen, want daar zitten er een paar te roken, die kleinkinderen, stiekem te roken achter de bank zei ze dan, nou dan was nog niemand thuis. [lacht]. Ja. Ik heb meer last van dingen die ik niet zie, als die ik wel, die ik wel zie. Ja als ze er niet zijn. [lacht]. Ik heb meer last dat ik de dingen gewoon niet zie, dan kijk ik en dan zie ik het niet. Oh dan kan ik toch kwaad worden op mezelf.

Kunt u daar eens een voorbeeld van noemen?

Nou dan moet ik, ja, wat is het, dan ben ik, moet ik suiker afwegen, en dan denk ik gods ik heb de suiker toch gepakt, zit niet meer in het kastje, en dan kijk ik nog een keer en denk ik potverdorie waar is nou toch de suiker. Heb ik dat dan niet gepakt, dan ga ik nog een keer kijken, tot ik, ja dan staat het gewoon op het aanrecht. En dan zie ik het gewoon niet. En dat is, dat zijn zo mijn kleine dingen, dat zie ik gewoon niet, ik weet niet wat dat is. En met werken, als ik aan het poetsen ben, en iemand roept, dan leg ik daar vlug iets neer, want als ik terugkom weet ik niet of ik het wel of niet gehad heb. Maar, dan leg ik er de stofdoek, of iets wat ik heb, met dat oortje en daar zet ik het neer en dan ga ik er naartoe, want anders dan weet ik het niet. Het is toch, ja, dat is toch raar. En dan goed denken van, oh dan denk ik en dat vergeet ik niet. Ik zet het er niet neer want dat vergeet ik niet. Nou en dan na een half uur kom ik terug, ja nou dan ben ik het wel vergeten. En dan zo proberen om het vast te houden, en dan toch af en toe niet lukken. Maar mag je dan een beetje kwaad op je zelf zijn, dat dacht ik ook. Op de memory groep zeggen ze dat je niet kwaad mag zijn. Maar ik vind dat het af en toe wel mag.