Gerda S.
- Geslacht:
- Vrouw
- Leeftijd:
- 61 jaar
- Mantelzorger van:
- Ouder
- Diagnose:
- Ziekte van Alzheimer
- Datum interview:
- vrijdag, 23 september, 2011
Achtergrond:
Gerda is 61 jaar en woont alleen. Ze heeft de opleiding tot orthopedagoog en docent basis educatie afgerond. Van 2006 tot 2010 heeft zij voor haar moeder gezorgd, die de ziekte van Alzheimer had.
Korte samenvatting:
Gerda werd gebeld door de vriend van haar moeder, dat hij het idee had dat haar moeder aan het dementeren was. In 2007 stelde de geriater de ziekte van Alzheimer vast. Na een val werd de moeder van Gerda opgenomen op een psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis, waarna ze vervolgens opgenomen werd in een ander verpleeghuis waar ze in 2009 is overleden. Gerda is in die periode tegen allerlei misstanden in de zorg aangelopen. Gerda onderging de hele situatie als een nachtmerrie.
Meer
In 2007 werd Gerda gebeld door de vriend van haar moeder dat hij het idee had dat haar moeder aan het dementeren was. Gerda had op dat moment nog niets door, maar achteraf realiseerde ze zich dat er inderdaad aanwijzingen waren die op dementie wezen. Zo leek haar moeder niet geïnteresseerd in wat zij vertelde. Na het telefoontje van de vriend van haar moeder ging Gerda meer op haar moeder letten en merkte ze dat ze bijvoorbeeld haar administratie verwaarloosde en de planten niet verzorgde. Gerda ging vervolgens met haar moeder naar de huisarts, die al doorhad dat er iets aan de hand was. In 2007 werd door de geriater de ziekte van Alzheimer vastgesteld. Haar moeder was toen 77 jaar.
Vrij snel nadat de diagnose gesteld is, is haar moeder verhuisd naar een aanleunwoning. Achteraf geeft Gerda aan dat ze dat beter niet had kunnen doen. Haar moeder kwam in een nieuw huis en moest zich opnieuw oriënteren. Langzamerhand verloor haar moeder de grip op haar leven. Gerda hielp haar moeder met het huishouden en begeleidde haar bij doktersbezoeken. Gerda had het gevoel dat ze veel kon doen om het dagelijks leven van haar moeder goed te laten verlopen. Gerda was op dat moment werkeloos en werd door het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) in de gelegenheid gesteld om voor haar moeder te zorgen. Als mantelzorger kreeg ze vrijstelling van de sollicitatieplicht.
Na een val werd de moeder van Gerda zonder enig overleg opgenomen op een psychogeriatrische afdeling van een verpleeghuis, waarna ze vervolgens opgenomen werd in een ander verpleeghuis. Ook in die periode was Gerda intensief betrokken bij de zorg voor haar moeder. Ze bezocht haar iedere dag. Gerda is echter keihard tegen allerlei misstanden in de zorg aangelopen. Zo raakte bijvoorbeeld kleding van haar moeder zoek in de wasserij, is haar moeder een keer gebeten door een verzorgende en kreeg Gerda moeilijk contact met de verzorgenden. Daarnaast heeft een maatschappelijk werkster van het verpleeghuis onder invloed van de behandelend arts de rechtbank gevraagd Gerda de zeggenschap over haar moeder af te nemen, omdat ze van mening was dat Gerda zich te veel met de dagelijkse gang van zaken in het verpleeghuis bemoeide. Naar aanleiding van de hele gang van zaken heeft Gerda bij verschillende instanties klachten ingediend: bij het juridisch loket, bij de inspectie voor de volksgezondheid en bij de Stichting Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam (SIGRA).
Uiteindelijk is haar broer benoemd als mentor en budgethouder van hun moeder. Hij vond Gerda's bemoeienissen met hun moeder volstrekt misplaatst. Achter haar rug om heeft hij hun moeder laten overplaatsen naar een ander verpleeghuis, waar ze eind 2009 is overleden. Het vorige verpleeghuis had de medewerkers al gewaarschuwd voor Gerda. Gerda mocht één keer in de week een half uurtje op bezoek bij haar moeder. In een gesprek met de verpleeghuisarts en het hoofd verpleging heeft Gerda de situatie uitgelegd en langzamerhand kreeg Gerda steeds meer bezoekrecht. Gerda onderging de hele situatie als een nachtmerrie.
Gerda is dan ook van mening dat er veel moet veranderen in de verpleeghuiszorg. Ook al is er een tekort aan mankracht, men moet wel eerlijk zijn en van goede wil zijn om mantelzorgers die mee willen denken en mee willen werken netjes te ontvangen. En men moet de bewoners zien als mens en niet als product. Daarnaast vindt Gerda dat bewoners minstens een eigen kamer moeten hebben met sanitair, zodat je privacy hebt, je een vertrouwelijk gesprek kan voeren en je rustig kan slapen.
Ondanks dat Gerda teleurgesteld is in de (verpleeghuis)zorg, heeft ze het contact met de bewoners in het verpleeghuis als positief ervaren. Ze vond het bijzonder om te zien dat ze hun vertrouwen kon winnen en dat zij enthousiast over iets konden worden.