Marije
- Geslacht:
- Vrouw
- Leeftijd:
- 82 jaar
- Mantelzorger van:
- Echtgenoot
- Diagnose:
- Ziekte van Alzheimer
- Datum interview:
- vrijdag, 8 juni, 2012
Achtergrond:
Marije is 82 jaar, getrouwd en heeft twee volwassen zonen. Tot aan de geboorte van haar kinderen heeft ze gewerkt als telefoniste. Later is ze vrijwilliger geweest bij 't Gilde. Nu zorgt ze voor haar man die sinds 2010 de ziekte van Alzheimer heeft.
Korte samenvatting:
In 2010 merkte Marije dat haar man vergeetachtig werd. De huisarts stuurde hen door naar een neuroloog die een scan liet maken. Daaruit bleek dat hij de ziekte van Alzheimer heeft. Marije laat haar man nog zoveel mogelijk dingen zelfstandig doen, want ze wil hem niks ontnemen. Ze heeft medelijden met haar man, omdat hij door de ziekte zoveel moet inleveren.
Meer
In 2010 merkte Marije dat haar man de verjaardagen van hun kinderen niet meer wist. Geleidelijk aan vergat hij steeds meer dingen en ging zijn tijdsoriëntatie achteruit. Ook lichamelijk ging hij achteruit, hij viel vaker en zijn uithoudingsvermogen werd minder. Toen het 'vergeten' erger werd zijn ze naar de huisarts gegaan, die hen doorstuurde naar de neuroloog. Er werd een scan gemaakt en daaruit bleek dat de man van Marije de ziekte van Alzheimer heeft. De neuroloog deelde dit nogal cru mee: "je bent aan het dementeren en er is niets aan te doen". De diagnose was daardoor voor Marije en haar man een dreun. Door er samen veel over te praten hebben ze het aanvaard.
De man van Marije gaat nu twee dagen in de week naar de dagopvang. Hij vindt het daar prettig. Eén ochtend in de maand komen ook alle mantelzorgers bij elkaar en bespreken ze de problemen die zij ervaren bij de zorg voor hun partner of ouder. In het begin had Marije het moeilijk met het feit dat haar man naar de dagopvang ging. Ze heeft veel gehuild, omdat ze het verschrikkelijk vond dat hij niet thuis was. Nu is ze tevreden met de situatie, omdat hij het daar prettig vindt. Ze benut deze momenten nu om even alleen weg te gaan.
Wanneer Marije en haar man 's avonds samen tv kijken, kan hij al snel het programma niet meer volgen en valt hij in slaap. Marije vindt dat vervelend. Ze zit alleen terwijl er nog wel iemand in de kamer aanwezig is, maar waar ze geen contact mee kan hebben. Op die momenten denkt ze aan een andere mantelzorger in een soortgelijke situatie die ook alleen zit terwijl haar partner naast haar zit; die gedachte geeft Marije steun.
Marije laat haar man nog zoveel mogelijk dingen zelfstandig doen – ook al gaat het regelmatig fout. Wanneer het fout gaat, wordt Marije niet boos. Boos worden geeft haar het gevoel dat ze hem kwetst, het kost haar alleen maar energie en ze schiet er niks mee op. En ze wil het hem ook niet ontnemen, want dan moet hij weer iets inleveren. Ze adviseert andere mantelzorgers dan ook om vooral te kijken naar wat iemand nog wel en niet kan en alleen hulp te bieden waar dat nodig is. "Ga niet moederen en niet over iemand heersen, maar blijft naast degene staan".
Marije vindt het vreselijk om te zien dat haar man, die zoveel wist en voor zijn werk de hele wereld over reisde, nu zoveel moet inleveren. Dat roept bij Marije gevoelens van medelijden op – al ziet ze dat ook als een vorm van liefde. En het geeft haar een gevoel van onmacht, dat ze daar niets meer aan kan doen. Op de vraag "waarom is hem dit overkomen?" is geen antwoord. Dat is het leven en daar heb je het mee te doen. Het belangrijkste voor haar is dat hij het naar zijn zin heeft. Ze vindt het dan ook niet moeilijk om haar man te verzorgen: "ik verzorg de buurman niet, maar mijn man waar ik 55 jaar mee getrouwd ben; dat maakt het verschil".