Jan
- Geslacht:
- Man
- Leeftijd:
- 65 jaar
- Mantelzorger van:
- Echtgenoot
- Diagnose:
- Lewy Body dementie
- Datum interview:
- donderdag, 12 juli, 2012
Achtergrond:
Jan is 65 jaar en woont samen met zijn vrouw. Tot aan zijn VUT heeft Jan gewerkt als magazijnbeheerder. Naast de zorg voor zijn vrouw die sinds 2008 Lewy Body dementie heeft, is hij secretaris van een hondenclub.
Korte samenvatting:
Jan merkte dat zijn vrouw niet meer goed in staat was om het huishouden te regelen. Toen zij in 2008 na een voetbreuk ter observatie opgenomen werd in het ziekenhuis, werd op 60-jarige leeftijd Lewy Body dementie vastgesteld. Het leven van Jan staat hierdoor op zijn kop. De voorstelling die Jan van zijn leven samen met zijn vrouw had, wordt niet waargemaakt. "De zon schijnt niet meer in mijn leven".
Meer
Jan merkte dat zijn vrouw niet meer goed in staat was om het huishouden te regelen. Een maaltijd klaarmaken lukte niet meer, bedden opmaken ging niet en ze vergat haar portemonnee bij het boodschappen doen. Jan en zijn vrouw maakten daarover grapjes. Achteraf gezien was er al langere tijd sprake van dementie. Toen de vrouw van Jan haar voet brak en niet in staat bleek te zijn om met krukken te lopen, werd ze ter observatie opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd in 2008 op 60-jarige leeftijd Lewy Body dementie gediagnosticeerd. De vrouw van Jan gaat op dit moment twee dagen in de week naar de dagopvang.
Het leven van Jan staat door de ziekte van zijn vrouw op z'n kop. De voorstelling die hij van zijn leven na zijn pensionering had, wordt niet waargemaakt. Het leven bestaat nu uit "helpen, dingen voorkomen en dingen controleren". Vierentwintig uur per dag is Jan in de weer voor zijn vrouw om het haar naar de zin te maken. Hierdoor heeft Jan lichamelijk klachten; zijn conditie is slechter geworden en hij heeft vaak last van hoofd- en rugpijn. Op de dagen dat de vrouw van Jan naar de dagopvang gaat, komt de thuiszorg eerst om haar te douchen en aan te kleden. Op de andere ochtenden doet Jan dat zelf. Jan en zijn vrouw hebben er bewust voor gekozen om niet alle hulp te accepteren die hen aangeboden wordt. Ze zijn erg gesteld op hun vrijheid en willen niet hoeven wachten op bijvoorbeeld de thuiszorg. De intentie van Jan is om zijn vrouw zo lang mogelijk thuis te houden en leuke dingen te blijven doen - hoewel dat laatste steeds moeilijker wordt.
De hele situatie brengt voor een Jan een stuk "verlamming" met zich mee. Op de dagen dat zijn vrouw naar de dagopvang is, wil hij van alles doen, maar komt hij tot niks. Dat vindt Jan teleurstellend. Vroeger kluste hij graag in huis en maakte hij allerlei meubels. De voldoening die hem dat gaf, mist hij nu. "De zon schijnt niet meer in mijn leven."
Jan vindt het moeilijk om de ziekte van zijn vrouw te accepteren. Elke dag ziet hij dat zijn vrouw weer iets moet inleveren. Jan kan het niet bevatten dat basisvaardigheden, zoals veters strikken en met mes en vork eten, verloren gaan en maakt zich dan ook zorgen om de toekomst. De gedachten aan het feit dat zijn vrouw steeds meer vaardigheden zal verliezen en dat hij haar misschien moet gaan voeren, maken hem triest. Ook de gedachte dat hij straks "alleen op de wereld" over zal blijven, baart hem zorgen.