Baukje
- Geslacht:
- Vrouw
- Leeftijd:
- 57 jaar
- Diagnose:
- Diabetes type 2
- Datum interview:
- woensdag, 18 december, 2013
Achtergrond:
Baukje is getrouwd en heeft drie kinderen en twee kleinkinderen. Ze heeft vroeger gewerkt als ziekenverzorgster, maar is daarmee gestopt toen de vergadercultuur zijn entree maakte. Ze besteedt veel tijd aan toneel, muziek en aan haar kinderen.
Korte samenvatting:
Baukje heeft altijd gedacht dat ze diabetes type 2 zou krijgen, omdat deze ziekte veel voorkomt in haar familie. Daarom ging ze elk jaar naar de huisarts voor een bloedonderzoek. In 2001 werd er diabetes type 2 geconstateerd en in 2009 is ze begonnen met het slikken van medicijnen. De bijwerkingen van de medicijnen zijn haar grootste kwelling, met name die van de cholesterolverlagende medicijnen. Ze heeft diabetes type 2 vroegtijdig ontdekt en heeft daardoor nooit last gehad van symptomen van de ziekte zelf. Ze vraagt zich wel eens af wat de medicijnen nu werkelijk voor haar betekenen en wat er zou gebeuren als ze geen medicijnen zou gebruiken.
Meer
Baukje heeft altijd geweten dat ze diabetes type 2 zou krijgen, want de ziekte komt veel voor in haar familie. Haar moeder, haar broer en zus hebben ook diabetes type 2. Om het op tijd te ontdekken is ze elk jaar naar de huisarts gegaan voor een bloedonderzoek. In 2001 werd er diabetes type 2 geconstateerd en in 2009 is ze begonnen met het slikken van medicijnen. Eerst één pil, maar het werden er steeds meer, met name de cholesterolverlagende medicijnen. Omdat ze er zo vroeg bij was, heeft ze geen last van symptomen en weet ze ook niet hoe dat is.
Baukje vindt de grootste impact van diabetes type 2 het slikken van pillen en de bijwerkingen die daarmee gepaard gaan. In het begin werd haar leven beheerst door de gevolgen van de medicijnen. Dat is minder geworden. Ze krijgt als gevolg van de medicatie soms ontzettend last van haar darmen en dan is ze aan huis gekluisterd. Omdat haar darmen ook opspelen als ze iets ongewoons eet, probeert ze deze rustig te houden door verstandig te eten en rekening te houden met wat ze eet. Reden daarvoor is ook om het medicijngebruik zo te beperken.
Baukje is niet tevreden over de zorg. Ten eerste is ze niet tevreden vanwege de tegenstrijdige en onduidelijke informatie die ze ontvangt. Ze vraagt zich regelmatig af wat nu juist of onjuist is. Dat vindt ze jammer, want ze wil graag het 'goede' antwoord. Ten tweede heeft ze het gevoel dat haar bloedsuikerwaarden op het verkeerde moment van de dag geprikt worden, waardoor haar waarden geen juiste indicatie geven. Ze moet 's ochtends prikken, maar omdat ze een nachtmens is, zijn haar bloedwaarden dan altijd te hoog. Graag wil ze de afspraak naar het middaguur verplaatsen, maar dit lijkt vooralsnog niet te gebeuren, omdat men het protocol volgt. Ten derde vindt ze viermaal per jaar op controle teveel, omdat het altijd prima gaat. En ten slotte vindt ze dat er te gemakkelijk wordt gedaan over het medicijngebruik. Door de bijwerkingen en doordat het slikken van pillen haar moeilijk afgaat wil ze het liefst stoppen met het medicijngebruik. Dat doet ze niet, omdat ze de gevolgen op korte en lange termijn niet kan overzien. De vragen die haar bezig houden en haar onzeker en boos maken zijn: Waarom moet ik medicijnen gebruiken, wat gebeurt er als ik ze niet gebruik en kan het ook anders aangepakt worden? Ze heeft soms het gevoel dat haar huisarts en de praktijkbegeleider maar wat aanrommelen, vooral nu ze heeft gehoord dat het er bij andere praktijkondersteuners soms heel anders aan toe gaat en veel meer mogelijk is. Graag wil ze naar een internist om diens mening te horen, maar een verwijzing daarvoor lijkt ver weg.
Baukje loopt soms ook tegen onbegrip in haar omgeving aan. Als ze bijvoorbeeld op visite gaat, denken mensen dat ze alles wel kan eten. 'Het is immers niet meer zoals vroeger dat je alles met suiker moet laten staan', wordt dan gezegd. Ze probeert dan uit te leggen dat het tegenwoordig niet alleen meer gaat om de suikers, maar ook om de vetten. Ze vindt het dan ook jammer dat sommigen daar geen boodschap aan hebben en ze krijgt dan het gevoel alsof zij dwars is. Ook in de omgang met haar kleindochter is het soms lastig om geen suiker te gebruiken. Zij wil graag dat oma ook mee-eet en Baukje probeert het snoep dan zo goed als mogelijk weg te moffelen (te verdoezelen).
Ondanks de gevolgen beheerst diabetes type 2 het leven van Baukje niet en probeert ze een zo normaal mogelijk leven te leiden. Ze ervaart geen beperkingen, merkt niets van symptomen en doet haar dingen. Ze heeft bij haar broer gezien wat voor een klap het krijgen van de diagnose kan hebben en daarnaast de angst voor een hypo, waardoor ze besefte dat ze moet genieten van het leven.
Ze adviseert lotgenoten om rustig te blijven, eetgewoonten en leefstijl aan te passen. Daarnaast is haar advies om gezond te leven en creatief met eten te worden, door bijvoorbeeld eigen groente te verbouwen. Als laatste adviseert ze lotgenoten om diabetes type 2 niet je leven te laten beheersen.