Carian
- Geslacht:
- Vrouw
- Leeftijd:
- 30 jaar
- Datum interview:
- dinsdag, 5 september, 2017
Tijd na bevalling: 4,5 maand
Aantal zwangerschappen: 1
Aantal kinderen: 3
Achtergrond:
Carian is half Fins, half Nederlands, is 30 jaar en woont samen met haar vriend en hun drieling van 4,5 maand. Ze werkt als technical sales specialist en gaat 5,5 maand na de geboorte van haar drieling weer parttime werken.
Korte samenvatting:
Carian bleek bij de eerste echo in verwachting van een drieling. Ondanks het medisch risico wilde Carian graag natuurlijk bevallen. Bij 31 weken kwam de bevalling natuurlijk op gang. Uiteindelijk is de drieling met een keizersnede gehaald, omdat het onduidelijk was hoe het ging met de gezondheid van één van de kindjes. Soms was de zwangerschap voor Carian een heftige en spannende tijd, maar ze was erg blij met de goede zorg die ze ontving: die stelde haar gerust over de gezondheid van haar kinderen.
Meer
Uitgebreide samenvatting
Snel nadat Carian en haar vriend besloten een kindje te willen werd Carian zwanger. Bij de eerste echo bleek dat ze zwanger was van een drieling. Hoewel Carian rekening had gehouden met een tweeling omdat ze zelf de helft van een tweeling is, kwam een drieling wel erg als een verrassing. Zij en haar vriend waren vooral blij en vonden het bijzonder om een drieling te verwachten.
Omdat een drielingzwangerschap gezien wordt als een risicozwangerschap, moest Carian nadenken over eventuele embryoreductie: het teruggaan van een drieling- naar een tweeling- of zelfs een eenlingzwangerschap. Dit zou de overlevingskansen van in ieder geval één of twee kindjes vergroten. Voor Carian en haar vriend was het echter duidelijk dat ze alle drie de kindjes een kans wilden geven. Carian had het gevoel dat het goed ging met alle kindjes. Dat gevoel werd bevestigd bij de nekplooimeting en de maandelijkse echo’s.
Vanwege de risicozwangerschap stond Carian onder begeleiding van de gynaecoloog. Carian vond het fijn dat de groei van de kindjes goed in de gaten werd gehouden. Ze heeft de medische zorg rondom haar zwangerschap als goed ervaren. Ze was blij dat er binnen de medische controles ook ruimte was om goed te praten over de menselijke keuzes om niet voor reductie te kiezen en graag natuurlijk te willen bevallen. Wel miste ze soms om even als ‘normale zwangere vrouw’ gezien te worden en informatie te krijgen. Daarom benaderde ze af en toe toch nog haar eerstelijns verloskundige met vragen.
In de eerste weken van de zwangerschap was Carian ’s ochtends vaak misselijk en veranderde haar smaak. Daarnaast had ze minder energie. Vanaf week 20 is ze daarom halve dagen gaan werken en in week 25 is ze met verlof gegaan. Ze leerde om naar haar lichaam te luisteren en te rusten wanneer haar lichaam dat aangaf. Ook had Carian vanaf week 20 last van bekkeninstabiliteit. Hiervoor kreeg ze fysiotherapie; dit heeft haar erg geholpen.
In week 31 van de zwangerschap kreeg Carian spontaan weeën. In het ziekenhuis kreeg ze longrijpingsprikken en weeënremmers om de bevalling uit te stellen. Carian wilde graag natuurlijk bevallen. Het eerste kindje was al een beetje ingedaald en de ontsluiting kwam goed op gang. Echter, men kon de hartslag van het derde kindje niet vinden. Daarom werd besloten om de kindjes met een spoedkeizersnede ter wereld te laten komen.
De kindjes waren klein en prematuur, maar niet zo klein als waar Carian zich op had voorbereid. Alle drie de kindjes werden opgenomen op de NICU (neonatale intensive care unit) van een academisch ziekenhuis. Na een paar dagen werden twee kindjes overgeplaatst naar een streekziekenhuis. Het derde kindje bleef nog op de NICU. Carian kreeg na de bevalling koorts door een wondinfectie waardoor zij zelf ook in het academische ziekenhuis moest blijven. Ze had al haar energie nodig om te herstellen en was daarom blij om te weten dat haar kinderen goed werden verzorgd en dat haar vriend bij hen was. Na een week mochten ook Carian en haar derde kindje naar het streekziekenhuis. Carian mocht na twee weken naar huis; de kindjes na vijf weken. Thuis kreeg Carian ondersteuning van de kraamzorg, zogenaamde “couveuse nazorg”. Carian heeft deze ondersteuning als fijn ervaren, omdat ze meer informatie kreeg over de zorg voor haar kinderen en het haar in staat stelde om voldoende te rusten. Toen de kraamzorg weg was, kreeg Carian veel steun van ouders en vrienden. Op dit moment krijgt ze een aantal dagdelen per week hulp van thuiszorg.
Carian adviseert andere vrouwen met een meerlingzwangerschap je eigen gevoel te volgen. Daarnaast adviseert ze om informatie te zoeken en met andere drielingmoeders te praten, bijvoorbeeld via een lotgenotengroep op internet. Aan zorgverleners adviseert ze om vrouwen niet alleen over de risico’s te informeren, maar ook over de mogelijkheden rondom een meerlingzwangerschap. Daarnaast ziet ze graag dat er voldoende aandacht is voor de niet-medische aspecten van een (meerling)zwangerschap. Dit heeft ze gewaardeerd bij haar verloskundige. Tot slot ziet ze graag dat de verschillende zorgverleners (huisarts, verloskundige, gynaecoloog) een hechter team vormen en dat het duidelijker is wie het eerste aanspreekpunt is voor klachten die niet zwangerschapsgerelateerd zijn.