Herman
- Geslacht:
- Man
- Leeftijd:
- 80 jaar
- Diagnose:
- Vasculaire dementie
- Datum interview:
- woensdag, 30 november, 2011
Achtergrond:
Herman is getrouwd, heeft twee kinderen van 50 en 51 jaar en woont sinds juli 2011 in een zorgboerderij. Vroeger heeft hij meerdere functies bekleed op het gebied van Sociale Zaken bij de gemeente. Voor zijn 60ste is hij gestopt met werken, omdat hij werd afgekeurd vanwege overspannenheid.
Korte samenvatting:
Herman merkte dat er iets aan de hand was toen hij de computer niet aan kreeg. En toen ook medewerkers van een slechtzienden instituut hem attendeerden op zijn vergeetachtigheid is hij onderzocht op de geheugenpoli, waar begin 2010 vasculaire dementie werd vastgesteld. Daarna ging zijn gezondheid sterk achteruit. De zorg voor Herman werd te zwaar voor zijn vrouw, waarna ze samen hebben besloten dat hij niet meer thuis kon wonen. Sindsdien woont hij in een zorgboerderij.
Meer
Herman merkte dat er iets aan de hand was toen hij de computer niet meer wist op te starten. Herman is slechtziend en toen medewerkers van een slechtziende instituut hem attendeerden op zijn vergeetachtigheid is hij naar de geheugenpoli gegaan. Daar moest hij testen maken, die hij op het eerste gezicht gemakkelijk en vanzelfsprekend vond. Hij merkte echter dat hij er toch veel moeite mee had en dat was erg confronterend voor hem. Begin 2010 werd Vasculaire dementie vastgesteld. Hij vond het moeilijk hier mee om te gaan ook, omdat hij in zijn werk met mensen met dementie te maken heeft gehad en bepaalde vooroordelen over deze mensen had.
Doordat zijn gezondheid achteruit ging, werd Herman steeds afhankelijker van zijn vrouw. Dit was zwaar voor haar, omdat ze weinig rust kreeg. Na een ziekenhuisopname is hij naar een verpleeghuis gegaan om te revalideren. Dit beviel niet, omdat daar geen aandacht voor hem was en hij vereenzaamde. Toen hebben ze samen besloten dat hij ergens anders ging wonen en is hij naar een zorgboerderij verhuisd. Hier voelt hij zich wel goed. Toch heeft hij gemengde gevoelens over de situatie. Aan de ene kant is het een goede keus geweest, omdat hij zijn vrouw niet meer tot last is. Aan de andere kant vindt hij het vreselijk, omdat hij er niet voor haar kan zijn. Zijn vrouw komt vaak langs en hij gaat elke zondag naar haar toe. Daar kijkt hij elke week enorm naar uit.
Herman heeft door de ziekte last van emotionele opwellingen, vooral als hij over familie praat. Dit komt volgens hem doordat hij al vanaf zijn geboorte veel emotionele gebeurtenissen heeft meegemaakt. Emotie heeft altijd al een belangrijke en leidende rol in zijn leven heeft gespeeld en komt nu door deze ziekte extra sterk naar voren.
Herman heeft altijd een intensief leven geleid. Hij was onder andere adjunct directeur van de afdeling Sociale Zaken bij de gemeente, hij was actief in de politiek en hij genoot van de imkerij. Dit is een grote tegenstelling met het leven dat hij nu leidt, omdat zijn wereld erg klein is geworden. Meedoen met spelletjes of samen tv kijken kan niet meer. De dood is een belangrijke rol voor hem gaan spelen. Soms wil hij liever dood zijn dan op deze manier leven. Echter, hij beseft dat zijn slechter wordende gezondheid een onderdeel van zijn leven is geworden.