Wim H. schept het eten voor zijn vrouw op op een groot bord en eet elke avond “boerenkool”
En als ze aan tafel zit, dat ze dan eet. Dan doe je het foefje van, neem een groot bord en een klein beetje erop, aan een kant geschoven dat het bord bijna leeg is. Dan heeft ze geen, niet het idee dat ze grote bergen eten moet verstouwen. Want als kind moest ze altijd haar bord leegeten, daar heeft ze nog steeds trauma's van, dat ze [-]. Kun je je voorstellen dat je vroeger aardappelen met vlees en groenten en je jus eroverheen en dat stolt dan en dat wil je niet eten als kind. En dan zit je op een gegeven ogenblik desnoods in de keuken of op de wc met het bord op schoot met koud gestold eten en je moet het opeten, dus. En dat komt nu boven. Ze heeft heel lang gegeten, dat ik denk van, waar laat je het? Maar de laatste jaren, anderhalf jaar, steeds minder. En er is een tijd geweest dat ze echt helemaal niet warm wilde eten. En nu in de, in het verpleeghuis gaat dat geleidelijk weer redelijk. We hebben dus, ik heb het grootste bord, wat ik hier had, heb ik heen gebracht en gevraagd om kleine schepjes erop te doen aan een kant. En ze is nu, na een paar maanden zover, dat ze als regel eet. Soms niet en dan laten ze het ook gaan, we gaan ook niet dwingen. We zeggen ook steeds, je hoeft niet te eten. Nou, hoe minder dwang je geeft, hoe meer ze de neiging heeft om toch te eten, want dat geheugen, dat gaat terug naar d'r jongste kind tijd. En dat trauma van het eten, dat, dat zit er, zat erin, dat komt nu weer boven. Maar met wat kunst en vliegwerk eet ze nou zelf behoorlijk. En rekening houden met koken, want honderd dingen vond ze bah, vond ze vies. Maar daar heb ik iets op gevonden, ze vindt bijvoorbeeld andijvie smerig en boerenkool lekker. Dus aten we boerenkool. Ze proefde geen verschil tussen andijvie of boerenkool, dus we aten boerenkool.