Het wegdoen van de auto raakt Mels zijn eigenwaarde
Oh ja! Ja, ja, ik, dat ik dus, zeg ja, ik ben beperkter in mijn vervoer en wat ik doen kan buiten de deur hier. En dat is dus ja, je moet toch leren om gebruik te maken van die bus. Maar ik ben dus geen busmens. Dus daar heb ik nogal moeite mee hè. De bus die hier rijdt daar kan ik van hier opstappen en ik kan zo naar [naam], zonder problemen. Ja, voor mij nog wel problemen, maar het moeten geen problemen zijn. Maar zodra ik met die bus in [plaats] ben en ik moet dan in [plaats] of ergens anders naar toe, dan staan mijn handen radicaal verkeerd, want dan weet ik er gewoon niks van. Dus je kunt mij ook niet alleen op stap sturen. Want daar heb ik problemen mee.
Hoe is dat voor u zelf?
Hoe ik dat voor mezelf vind? Belazerd. Echt belazerd. Dat is dus meer de pijn van het wegnemen van die auto. Mijn, nu kijk, kijk, ik heb toch een bloemetje staan. Nou, ik zeg op een gegeven moment, ik wil wel eens een fris bloempje in huis hebben. Ja, maar wie gaat er met mij, met mij mee naar de Intratuin? Naar de bloemist? Ze staan hier niet in de rij om te zeggen van, zo Mels, we zullen vandaag eens wat inkopen voor je doen. Nee hè. Of boodschappen doen, gewoon eenvoudig boodschappen doen. En dan loop ik met zo'n tasje te, te hengelen hè. En, en ik heb met, met ja, altijd met grote, vrije grote auto's gereden. Hè, en dus, ja dat is weg. En dat doet pijn. Hè, als ik hier midden door het dorp met een tasje met, met boodschappen loopt te sjouwen. Nou, ik loop ik echt niet te lachen hoor.