De heer Klaassen
- Geslacht:
- Man
- Leeftijd:
- 72 jaar
- Diagnose:
- Ziekte van Alzheimer
- Datum interview:
- maandag, 21 mei, 2012
Achtergrond:
De heer Klaassen is getrouwd en heeft vier kinderen. Hij heeft tot zijn pensionering gewerkt als personeelschef bij een groot bedrijf. Geloof: Rooms Katholiek.
Korte samenvatting:
Nadat de heer Klaassen een TIA (een voorbijgaande beroerte) had gehad, heeft hij zich laten onderzoeken en bleek in 2010 dat hij de ziekte van Alzheimer had. Het woord Alzheimer doet hem steeds opschrikken, omdat hij zich niet kan voorstellen dat hij dat heeft. Hij heeft het meeste last van vergeetachtigheid, desoriëntatie en van zijn toegenomen emotionele reacties.
Meer
Nadat de heer Klaassen een TIA (een voorbijgaande beroerte) heeft gehad, is het leven van de heer Klaassen drastisch veranderd. Na verscheidene onderzoeken kreeg hij in 2010 te horen dat hij de ziekte van Alzheimer heeft. Sindsdien voelt hij zich niet meer hetzelfde. Hij is vergeetachtig, heeft desoriëntatieproblemen en is emotioneler geworden.
Voor zijn beroep moest de heer Klaassen vroeger veel onthouden en kende hij veel mensen van naam en functie. Na zijn pensioen is hij actief geweest in verenigingen en stichtingen. Vanwege zijn vergeetachtigheid is hij uit zijn actieve verenigingsleven gestapt, hij kon veel dingen niet meer onthouden. Dit waren voor hem grote gevolgen. Hij mist dat actieve leven en vindt het moeilijk te accepteren dat juist datgene waar hij vroeger zo goed in was nu niet meer wil. Dat valt hem zwaar.
In zijn dagelijkse leven vindt de heer Klaassen de beperkingen erg vervelend. Even naar de bakker gaan is niet zo simpel als gezegd. Vaak kan hij de weg niet vinden naar plaatsen waar hij zijn hele leven dagelijks naar toe ging. Ook vindt hij het erg vervelend als hij mensen op straat niet herkent. Hij voelt zich dan dom, het irriteert hem en het maakt hem erg onzeker. Daarnaast heeft hij steeds meer behoefte om met familie om te gaan. Hij heeft zijn kinderen graag en vaker dan voorheen om zich heen. Ook denkt hij vaker na over zijn overleden broers en zus. In gesprekken wordt hij gemakkelijk emotioneel terwijl hij vroeger juist heel zakelijk was. Toch went hij wel aan het verlies en de veranderingen die plaats vinden. Het raakt hem steeds minder als iets niet meer lukt.
De heer Klaassen schrikt elke keer als het woord Alzheimer genoemd wordt. Hij kan zich niet voorstellen dat hij die ziekte heeft. Voor zijn gevoel heeft hij alleen last van vergeetachtigheid, desoriëntatie en raakt hij eerder geëmotioneerd. Hij vindt dat hij de 'aftakeling' van de ziekte moet accepteren, maar gemakkelijk is dat niet. Hij wil gewoon doorgaan met leven. Andere mensen vertelt hij niet wat hij heeft. 'Je loopt er niet mee te koop en je wilt zo normaal mogelijk (mee) doen'. Hij probeert zijn tekortkomingen ook zo goed mogelijk te 'verdoezelen'. Volgens hem weet men het wel, want ze merken het en soms confronteren ze hem daarmee. Zo vertelden zijn kleinkinderen hem dat hij verhalen herhaalt of geeft zijn vrouw aan dat hij soms drie keer hetzelfde vraagt in korte tijd.
Hij vergelijkt zichzelf op de dagopvang met andere mensen en hij merkt dat hij goed functioneert in vergelijking met hen. Dit geeft hem een goed gevoel. Daarnaast voelt hij zich erg goed als hij erachter komt wat hij nog wel kan. Dit voelt voor hem als een overwinning.
Zijn grootste zorgen gaan over de toekomst. 'Hoe zal het aflopen, hoe komt het met mijn vrouw en waar komen we te wonen?' Hij ziet er tegenop om in een verpleeghuiskamertje te wonen. Geen tuin waar hij in kan rommelen, niet meer weten waar alles ligt, afstand doen van zaken die vertrouwd zijn. Hij hoopt dat het nog jaren duurt, hoewel zijn vrouw vanwege lichamelijke beperkingen wel graag naar een verpleeghuis wil en dat begrijpt hij. Ook denkt hij vaker aan doodgaan en aan de situatie waar hij in terecht komt waarin je niet meer naar je eigen kunnen kunt handelen. Deze gedachten probeert hij zoveel mogelijk te vermijden. Zijn geloof geeft hem hierin kracht en daarnaast biedt de nuchtere instelling van zijn vrouw hem steun.
Zijn advies aan mensen is om er niet een groot probleem van te maken. Ga gewoon door met de dagelijkse dingen en probeer zoveel mogelijk op te schrijven wat je moet onthouden. Zijn hoop ligt op het terrein van de wetenschap, dat er een medicijn komt waardoor hij weer 'normaal' kan functioneren.