Advies aan zorgverleners

De geïnterviewden hebben verschillende adviezen voor zorgverleners, zoals huisartsen en gynaecologen, voor het omgaan met menstruatie(klachten). In dit thema worden deze adviezen beschreven.

Geïnterviewden adviseren zorgverleners, zoals huisartsen en gynaecologen, om goed te luisteren naar vrouwen+ met menstruatieklachten. Neem de tijd voor de patiënt en bied een luisterend oor. Hierbij is het goed om begrip te tonen en met empathie te luisteren. “Probeer je in de patiënt te verplaatsen”, adviseert Lina.

Daarnaast is het belangrijk om vrouwen+ met menstruatieklachten serieus te nemen. Zeg niet dat ‘het erbij hoort’ en stuur iemand niet naar huis. Verschillende vrouwen+ geven aan dat ze zich niet altijd serieus genomen voelden. Om iemand serieus te nemen helpt het om door te vragen, lichamelijk onderzoek te doen of indien nodig door te verwijzen naar een specialist.

Geïnterviewden geven aan dat het belangrijk is om een patiënt gerust te stellen tijdens een consult. Hiervoor kan het helpen om duidelijke uitleg te geven. Bijvoorbeeld over mogelijkheden voor verder (lichamelijk) onderzoek. De uitleg moet in begrijpelijke taal. Daarnaast is het belangrijk om altijd te vragen of de vrouw+ nog vragen heeft.

Het is volgens geïnterviewden belangrijk om te zoeken naar de oorzaak van de klachten. Kijk met een open blik naar de klachten van de patiënt en kijk verder dan je eigen specialisme. Cintha geeft als tip om bij een lage Hb-waarde (hemoglobine waarde) te vragen naar de menstruatie van de patiënt. Verder vindt een geïnterviewde het belangrijk dat een diagnose pas gegeven wordt als die zeker is. 

Bij het maken van een keuze voor de juiste behandeling, moet de arts verschillende opties voorleggen, vinden geïnterviewden. Zo kan je als arts samen met de patiënt een beslissing maken. Een paar deelnemers geven aan om niet te snel pijnmedicatie voor te schrijven. Sommige vrouwen+ adviseerden om niet meteen de pil voor te schrijven, maar ook alternatieven te bespreken. Vrouwen+ vinden het verwarrend als ze steeds andere adviezen krijgen. Ze raden zorgverleners af om dat te doen.

Meerdere geïnterviewden vinden dat er meer aandacht en onderzoek komt naar menstruatie(problemen) Ze adviseren zorgverleners om zich te verdiepen in menstruatie en gerelateerde klachten of diagnoses, zoals endometriose, PMDD en stollingsziekten, zoals van Willebrand. Praat bijvoorbeeld met collega’s, binnen en buiten Nederland en deel kennis met elkaar over de zorg voor menstruatieproblemen. Een andere manier van kennis op doen is door als zorgverlener over menstruatie te praten met bijvoorbeeld collega’s. Dit helpt om de verschillende ervaringen van menstruatie te leren kennen. Salma benadrukt dat het zeker als mannelijke zorgverlener belangrijk is om open te praten over menstruatie met anderen.

Verder adviseren Thomas en Abel dat het belangrijk is om inclusief taalgebruik te hebben en je als arts te realiseren dat menstruatie niet alleen voor vrouwen is. Thomas noemt dat Transgendernetwerk Nederland lessen geeft aan (huis)artsen over goede zorg voor transpersonen.