Judith heeft met terugwerkende kracht bewondering voor haar vriendinnen met kinderen
“Met vrienden merk je… dat… je hebt toch wel en dat is eigenlijk heel erg om te zeggen, merk je verschil tussen mensen met kinderen en mensen zonder kinderen. Het is, en eigenlijk vind ik dat, hè, een soort van wel erg om te zeggen omdat het, hè, wat is een kind nou? Maar het beïnvloedt zoveel van je leven, dat dat eigenlijk niet te begrijpen is op het moment dat je geen kinderen hebt. En dat ik dus ook achteraf denk van vrienden die dus veel, veel eerder kinderen hebben gehad: oh, hoe ik jou toen niet begrepen heb en nu wel begrijp. Eén vriendin van mij die is tegelijkertijd met mij had ze haar tweede zwangerschap en dat ik haar tweede zwangerschap, omdat ik toen ook zwanger was in die periode, zo anders ervaren heb dan haar eerste. En hoe ik ook daarna met haar, hè, en haar kind ben omgegaan. Of van tevoren dan dacht: ja, weet je wel laat je kind dan achter voor een, weet je wel, we hebben vriendinnenweekend. Kom toch gewoon mee. Dat ik nu denk: ja, pff, ik zou er na drie maanden ook niet aan moeten hebben denken om, weet je wel, nu, nu kan ik daar wel aan denken maar toen. Ja, ik zou toch ook mijn kind na drie maanden niet willen achterlaten. Wij zijn toen getrouwd toen zij dus net haar eerste kindje had gehad en dat ik nu achteraf denk: goeie grutten, wat bijzonder dat ze toen, weet je wel, we hadden twee dagen bruiloft, dat ze daar toen allebei die dagen de hele dag bij geweest is, want ik moet er zelf niet… Ik zat zelf met tien weken op een bruiloft, pff, je kon me wegslepen en ik zat er alleen maar met: ik wil terug naar mijn kind en, nou, dat ik nu achteraf dingen anders invul van hoe, hoe dat voor haar moet zijn geweest dan van tevoren. Ja.”