De heer Slofstra denkt vaak na over de dood: wanneer en hoe?
Ja, en u zei zonet van vanaf het begin af aan ontstond een soort van paniek, een soort chaos om u heen. En daarin is het begrip dood, daar wordt u ook mee wakker en dat komt steeds omhoog. Waaraan denkt u dan? Wat maakt dan dat 'dood' zo vooraan staat?
Aan de ene kant is het omdat het niet alleen het woordje dood is, maar meteen wordt er een uitgebreid verhaal aan vastgebonden hoe vreselijk die dood is. Hè? Niemand wil het er echt over hebben. Altijd als je ervan in de buurt komt over wat de de periode, de dood en daarmee bezig zijn. Dat [-] ja, hoe zal ik dat precies zeggen, als dit gesprek, dit ter sprake komt dan wordt er altijd naar verwezen van ervaring die men heeft van, van vaak oudere mensen die een verschrikkelijke dood omdat ze niet meer de mens zijn die ze ooit waren. Eigenlijk zijn ze al dood [-] de mensen, die dat opmerken.
En euthanasie staat om de hoek. We hebben ook een euthanasieverklaring opgesteld. Eensdeels om wat rustiger te worden over dit onderwerp als deels omdat het past in het proces van, ja van nu hier tot straks. Het is niet, nogmaals, het is niet de dood zelf daar ben ik niet bang voor. Het is een aantal keren dat ik bewusteloos geweest ben, is ook een vorm van dood. En dat is heel, dat is niet zo verontrustend. Maar die vormen van de dood waarin je geen greep meer hebt op de dingen waar je eigenlijk allang dood bent voordat je dood bent. Daar weet ik niet zoveel van, want je moet alles uit tweede hand halen. Hè, het is niet zo dat je er ergens wel een boek kunt vinden waar het uitgebreid in staat. En dat, ja dat verontrust me.
Zeker als er dan verhalen bijkomen, dat mijn familie een klein beetje geteisterd [lacht] wordt, aan mijn moeders kant van een soort slijmziekte. Nee, een longontsteking, laten we het zo zeggen. Dat veelal de weg is die wij binnen zichtbare tijd zullen moeten gaan wandelen. En ook dat vind ik geen leuk idee. Ja, logisch. Maar hoe lang duurt dat, zo'n proces? Hoe lang zijn we met zo'n worsteling bezig? Ja, en we moeten mekaar natuurlijk gewoon geen mietje noemen. Het komt eraan. En ik heb geen tijd om te ontsnappen. En wat had ik gedaan als het geen Alzheimer geweest was? Dan had ik waarschijnlijk niet veel anders gedaan. Dat is [lacht] nou krijg je de mogelijkheid om te ontsnappen en dan doe je het niet.