Hoewel Henny het wel wist hoopte ze toch op een andere diagnose
Ja, toen gingen we op de fiets naar huis. [-]. Ik denk, we zeiden weinig, we lieten dat gewoon even bezinken geloof ik, ja. Daar hebben we pas later even, toen we goed en wel thuis waren, hebben we erover gepraat. Maar allebei waren we stil. We fietsten op huis, we letten op het verkeer en we bespraken dat gewoon niet onderweg. We fietsten gewoon naar huis, we zeiden niks meer. En hier thuis, toen hebben we er inderdaad over gesproken, ja. Ja. Dat we het eigenlijk wel wisten, zeiden we ook tegen ons. Toen kwam er ook uit, dat hij al bang was, omdat die dokter wilde komen. En dat ik dat ook [-]. Dat was denk ik het eerste, wat we tegen ons zeiden van, ik had het wel verwacht en we hadden het alle twee ergens verwacht. Maar je, kennelijk hebben we dan, hoop je dan toch ergens nog, ja. Terwijl je het ergens al weet en dan hoor je het en daarom had ik misschien ook die snik zo eventjes. Ja, terwijl ik het eigenlijk al wist, dat het zo was, ja. Ja. Ja.