Mevrouw van Driessel is veranderd in de omgang met andere mensen
Is uw omgang met andere mensen, heeft u dat ook veranderd? Heeft de dementie u daarin ook veranderd?
Nou, ik denk, ik zie duidelijk dat ze denken, wat is dat voor iemand, wat is dat voor een vrouw. Oh, nou zegt ze weer iets raars. En dat zie ik dan weer. Ik denk dat ik dat zie. Ik weet niet eens of het waar is, maar dat eh […] En daarom ben ik dus wat teruggetrokkener geworden. Vroeger was ik, ja, ging ik met iedereen om. Heel vrolijk en opgewekt, maar dat is niet meer zo, dat kan niet meer. Dat wil ik ook niet. Dus.
------------------------------------------------------
Ja, die, die eh, al die toetsen die er genomen zijn, die hebben zij ook allemaal gekregen. Die heb ik ook allemaal doorgestuurd. Want ik denk, ja dat is natuurlijk idioot. Als je het niet aan je kinderen vertelt. Dus die weten dat ook allemaal. En die komen ook vrij voorzichtig binnen. [lacht een beetje] Maar dat hoeft voor mij niet.
Wat is dat, voorzichtig binnenkomen? Hoe doen zij dan?
Eh, nou net of ze een vreemde zijn van eh […] Ja, het is net of het dan niet mijn kinderen zijn. Maar goed, als zij vijf of drie minuten gezeten hebben, dan is dat ook wel over. Die vinden dat dus erg.
Zij gedragen zich anders vindt u?
Ja, ja. Meer eh als tegen een vreemde eerst. Eerst hoor, maar dan zo na een minuut of tien, twintig, dan eh is het over. Dan dollen we weer overal doorheen.
Wat betekenen die drie minuten dan voor u, dat ze zich als […]
Nou, vreselijk, maar ik begrijp het. Ik ben toch psychologe? [lacht] Helaas.
Ja. En wat begrijpt u daar dan aan?
Nou, ik begrijp dat ze mij niet helemaal herkennen. Want wij hadden vroeger verschrikkelijke plezierige dagen met elkaar. [pauze 3 sec] Als mijn eerste man naar kantoor was hadden we de leukste dingen. En dat weten ze allemaal nog. En dan kwam er nog een kind, en dan kwam er nog een kind, en dat vonden ze allemaal erg leuk. Dus. Ja