Mevrouw van Driessel vertelt over haar onmacht en dat er niets is wat het tij kan keren
Ja, dat is vreselijk, ik wil er ook eigenlijk vanaf, maar dat kan niet. Dus daar ben ik in stilte, nou stilte, hij weet het ook wel, maar ik ben er woedend over, woedend. Maar ja, ik kan er niet af.
En wat maakt u zo woedend?
Omdat ik allemaal gewone mensen zie lopen op straat. En daar wil ik bij horen, maar daar hoor ik dus niet meer bij. Dus. [-] En nou is hij heel erg prettig, maar mijn eerste man, dat weet ik niet. Die vond het geloof ik verschrikkelijk. Die zie ik af en toe nog eens, via de kinderen natuurlijk. Want dat is ook goed gebleven allemaal. Maar nee, [-] ik vind het heel verschrikkelijk. En ik wil ook alles doen om er vanaf te komen, maar dat kan niet kennelijk. Dus wat moet ik. Het gaat door, het wordt erger denk ik, het wordt eerder erger dan minder.
En wat doet u eraan om het toch te voorkomen?
Dat kan niet. Dat kan gewoon niet. Dus, dat heb je te accepteren eigenlijk. En dat te accepteren, daar ben ik slecht in. Heel slecht. [lacht] Ja. [-] Nou, dat je langzamerhand de put inrolt. Verschrikkelijk vind ik het. Dus. En er zijn geen [-] diploma's te halen om er weer vanaf te komen. Dus, wat moet ik? Toch wel accepteren en er een beetje een grapje over maken of weet ik het.