Voor Wim H. staat voorop dat zijn vrouw zich niet verdrietig, ongelukkig of machteloos voelt
Want het ergste aan dementie vind ik, de kwetsbaarheid. Kijk, dat ze niet zindelijk meer is, dat is een kwestie van papier en een washandje. Maar het ontdekken dat ze dingen niet kan of de machteloosheid of bang zijn voor zinloze dingen. Dat zijn dingen die je hen probeert te besparen. En dat kun je gelukkig met woorden doen, maar dat vind ik een van de, van de voor mijzelf, een van de zwaarst wegende punten. Zorgen dat zij niet ongelukkig is, zich niet verdrietig voelt, niet machteloos voelt. Dat ze het idee heeft, dat ze wat ze doet, dat het goed is. Dat benader ik ook steeds weer, van het kan hier geen kwaad, we zijn met z'n allen even lief. Wat geeft het nu, wij zijn oud, wij hoeven al die dingen niet meer. En als je nou denkt wat je vijftig jaar geleden kon en nou, dat is logisch, dat we dat niet meer kunnen. En over een paar jaar dan kunnen we helemaal niks meer, dan liggen we helemaal stil. En dat zijn dingen, die ze wel waarderen kan nog. Maar dat is, dat is het moeilijkste aan het geheel, vind ik.