Nelly vindt het moeilijk dat ze zo onzeker wordt
Ja. Het valt niet altijd mee. Ik kan er wel heel luchtig dikwijls over doen, maar het valt niet mee. Ik probeer het wel om, het een goed plaatsje te geven, maar ik heb er af en toe heel veel moeite mee.
En wat maakt het zo moeilijk?
Dat je het altijd zo goed gekund hebt, dat je het niet meer kunt. Dat je gewoon, wat vroeger heel gewoon was, dat je er zo'n moeite voor moet doen. Om het nog een beetje gewoon te laten zijn. Ja. En dat je dikwijls zo'n, zo'n domme dingen doet, dan moet je wel, ook. We lachen er dan later gewoon mee, maar eer dat ik het dan, als ik weer eens een goeie flater geslagen heb. Dan, als ik dat dan voor mezelf weer een plaatsje gegeven heb, dan vertel ik dat gewoon. Maar daar heb ik het wel van te voren een beetje slecht mee.
Want wat denkt u dan?
Oh wat ben ik toch een stommerik. Hoe kun je toch zo stom worden. Hoe kun je zoiets, wat je altijd gewoon gedaan hebt, en dat je fluitend dit, dat je er nou zo'n moeite voor moet doen. Om toch, bijvoorbeeld naar de memory groep gaan, dan ga ik met de fiets, want ik wil persé, want ze willen me wel eens wegbrengen en halen, maar ik wil dat persé blijven doen. Maar dat je dan zo goed op moet letten op het verkeer, dat je, vroeger fietste je gewoon en je kijkt, maar nou moet je nog een keer extra kijken want je ziet ooit een auto niet aankomen. Of je ziet een keer een fiets niet, dat je denkt gods, die had ik toch niet gezien, dus, je wordt zo onzeker van je zelf. Dat vind ik. Daar heb ik best af en toe heel veel moeite mee.