Het kindje van Judith had een ALTE; dit voelde als een slechte film
Toen hij vijftien dagen oud was, toen heeft hij dus een ALTE gehad.
I: Een ALTE…
Een ALTE, dus tenminste dat was achteraf de diagnose, een ‘apparent life-threatening event’. Hij lag dus bij mijn man en ik probeerde te slapen en op een gegeven moment zegt hij, want mijn man die had hem dus, die zou hem zijn flesje geven, zodat ik even kon slapen. En op een gegeven moment zegt ie: “Nou, hij ademt niet meer.” Dus ik dacht: nou ja, dat zal toch wel niet. Maar hij keek, hij zat er echt zo bij volgens mij ademt ie niet, volgens mij ademt die niet, dus hij had een paar keer in zijn mondje ook geblazen. Dus wij waren echt een beetje van hè, wat moeten we hiermee en klopt dat nou? En op een gegeven moment begon ie wel weer, dus wij dachten: nou ja, wij zullen het wel verzonnen hebben of zo. Maar toen was ie nog steeds heel erg duf, dus uiteindelijk hebben we toch maar de huisartsenpost gebeld van, nou ja, we hebben dit denken we meegemaakt en hij is heel erg duf en… ja, ja, hij reageerde ook niet meer en zo. Dus wij zijn naar de huisartsenpost gegaan. Nou ja, ik zat dus achterin met die, met de baby in de auto en ik dacht: nou, dit, ik ben mijn kind bijna kwijt, weet je wel, want hij reageerde gewoon nergens meer op en ja, ik, ik weet nog dat ik het heel erg, heel erg na zat te denken van, nou ja, het zal toch wel niet dat je kind komt te overlijden, weet je wel. Dat, dat hoor je bijna niet in Nederland, weet je wel, dat, het is de bedoeling die zwangerschap dat is ellendig en je perst dat kind eruit en dan komt alles weer goed, want dat zijn de verhalen die je hoort. Van gelukkige kraamweken en kinderen die als een malle groeien en boven de curves zitten. Dus, weet je wel, het was echt alsof je in een soort van film zit van dit, dit klopt helemaal niet. Nou ja, uiteindelijk naar de huisartsenpost gegaan. Nou ja, de huisarts kon niks vinden, zijn teruggestuurd naar huis, werden toen op de terugweg opgebeld door de huisarts van, ja, ik voel me er niet lekker bij, kom toch maar terug. Dus wij midden in de nacht weer terug naar de huisartsenpost en daar is ie opgenomen geweest in het ziekenhuis. En in het ziekenhuis ook weer een paar keer lage ademhaling gehad, dus ook opgenomen bij de IC hier in het ziekenhuis zodat ze zijn hersenen konden scannen. Dus hij is toen op echt van alles gescreend, om te kijken of daar wat, één of andere ziekte uit zou komen, dus het was ook een hele spannende week. Dus ook al het, al dat kraambezoek afgezegd en zo. Nou ja, uiteindelijk zijn we toen naar huis gestuurd met, nou ja, waarschijnlijk is het gekomen, we kunnen het niet helemaal verklaren, waarschijnlijk heeft ie reflux en dan is dat de oorzaak geweest van, want dat kan dan samenhangen of zo. Goed, we, we konden naar huis met de diagnose reflux. Achteraf, er dat heeft dus twee dingen gedaan. Ten eerste dachten we, nou, weet je wel, we weten in ieder geval zeker dat we een gezond kindje hebben. Dat kind is op alles, alles, alles gecheckt toen in het ziekenhuis en we hebben meerdere keren dat ze zeiden, nou, we denken nu aan dit en dit en dat je hart [schrikt], nee, dat zal toch niet? Ze begonnen op een gegeven moment over epilepsie en hersenvliesontsteking, en allemaal andere enge dingen. Nou, en dan kwamen ze steeds terug, nou, toch weer niet, toch weer niet. Nou, uiteindelijk ga je dan met reflux naar huis. Nou, ten eerste denk je dan al van, nou, ben ik daarom bezorgd geweest, omdat mijn kind reflux heeft. Dus je voelt je al een soort van een beetje overbezorgde ouders, terwijl, weet je wel, het is natuurlijk een heftige ervaring, dus het, ja, het voelt dan stom tegen mensen te zeggen, nou, we waren super bezorgd, ons kind ging bijna dood, maar het was de reflux of zo. Dus dat voelt dan een beetje raar…