De vrouw van de heer Haans heeft moeite met koken

Dat zijn dus eigenlijk zo de punten, die ik aanhaalde, de vergeetachtigheid en vooral op korte termijn. Als ik bijvoorbeeld met haar afspreek, dan vraagt ze aan mij 's morgens wat eten we vanmiddag? En dan zit ik te denken, wat hebben we nog liggen voor groente. Oh ja, een pak boerenkool met worst. Ja, dat is goed. En dan komt ze om half twaalf en dan wil ze voor het eten gaan zorgen. Wat eten we ook weer vanmiddag? Ja, boerenkool met worst. Hebben we dat dan? Ja, dat ligt in de koelkast, hebben we toch gekocht. En dan gaat ze kijken, oh ja, dat is goed. En dan komt dat wel weer klaar, Maar dat was een paar weken terug. We hadden al een poosje niet meer gewokt. Dat deden we zondags heel vaak, wokgroenten met een kipfiletje en zo. En dat was makkelijk klaar te maken. Vlug klaar en weinig rommel. En dat is toch altijd lekker. En nou hebben we een tijdje weer eens wat anders gedaan. Toen zeg ik, ik zou nog best eens een keertje wokgroenten willen hebben. Ja, dat is goed, dat doen we dan. Nou, ik zit hier rustig te lezen en ze had de kipfilet al klaargemaakt, klein gesneden en zo, om aan te braden. En zei ze, wat doen we daar nou eigenlijk bij? En waar moet ik dat in klaar maken? Ik zeg, we hebben toch een wokpan, zo'n ovale pan. Ik zeg, daar moet je het in wokken. En ik zeg, eerst je vlees gaar maken. Ik zeg en een pannetje rijst opzetten om rijst te koken. Ik zeg, en dan die wokgroente erin. Nou ja, goed, dan weet ze het wel weer.