De vrouw van de heer Haans gaat naar een KOPgroep
Onze oudste dochter, die ging vroeger al met de jongste naar de kopgroep. Ik weet niet of je de kopgroep kent van [organisatie]? Nou, die gingen dus daar altijd naar, naar de kopgroep gingen ze niet, naar het Alzheimer Café, zo moet ik het zeggen. Alzheimer Café, maar ja, daar werd ook over de kopgroep gesproken. Dus ik had er nog nooit van gehoord in die tijd, maar toen zeiden ze, dat zou voor ons moeder ook iets zijn. En die zijn dus zelf met die leidsters bij dat Alzheimer Café gaan praten en zo. En ja, vertelt van, ja, mijn moeder gaat ook achteruit en zo. Nou, dan zou zo'n kopgroep wel iets zijn. Dus er is hier iemand gekomen van die groep en die hebben hier zitten praten en nou, een heel vriendelijk meisje en heel begripvol ook. En die zei, nou, toen ze een paar keer hier geweest was, zei ze, ik ben er vast van overtuigd, als jij daar naartoe gaat, dat je het echt naar je zin zult hebben. Want dat lijkt me echt een gezellig clubje en er moet iemand bij komen, die, al is die dan de oudste van de groep, dat maakt niet uit, die mee kan doen en die dus af en toe een kwinkslag heeft van als er een opmerking gemaakt wordt, waar ze hartelijk om kunnen lachen, zoals hier iemand die iets verkeerd doet. Nou, en dat is wel in de praktijk gebleken. Ik breng d'r 's morgens daar naartoe als er kopgroep is en dan zeg ik, nou straks om twaalf uur kom ik je weer halen. Kom ik ze halen en het begint al, zijn we nog niet buiten daar, oh, we hebben zo'n plezier gehad, we hebben toch gelachen om die of die. En dan was er dit en dan krijg je hele verhalen te horen. En daar was ik echt blij om.