Elly G. ligt ’s nachts wakker van het piekeren
Moe. En geen zin meer hebben in wat anders. Op tijd staan, 's nachts niet slapen hè, want dan ga je prakkiseren. Dus ik heb hier 's nachts wel eens het hele huis schoon gemaakt hoor, de was opgeruimd, om maar wat te doen te hebben en moe te worden. Of moe, niet, ja je kunt ook te moe zijn om te slapen. Dus. En geen middeltjes willen nemen. [lacht]. Ik heb ze nou wel hoor maar, zo'n halve per veertien dagen als ik denk nou moet ik weer eens een hele nacht goed slapen dan neem ik een half tabletje. Want dat merk je, als je goed geslapen hebt, kun je meer aan.
Want u heeft nu nog steeds dat u regelmatig niet goed slaapt.
Ja, ja. Ik lees heel wat boeken 's nachts hoor. Dat is ook wel een aardig middeltje, maar ja dat doe ik, dat doe ik toch, dan ga ik prakkiseren en dan denk ik nou dan lees ik maar een boek. Onnozele boeken soms, waar je niet bij na hoeft te denken, maar waar je wel van in slaap valt. Heb ik altijd al wel gedaan hoor, vroeger ook wel.
En waar denkt u dan aan als u in bed ligt?
Nou, ik betrap me er wel eens op dat ik mezelf heel zielig vind, dus dat wil ik niet. Ik wil mezelf niet zielig voelen maar af en toe gaat het wel die kant op. Maar ook dat je, de onmacht waar we het net over hadden. Dus dat je niet kunt doen wat je eigenlijk wilt doen. Daar is eigenlijk alles mee gezegd, ik bedoel, feiten kan ik nooit zo, maar prakkiseren. Oh nou moet ik dit nog doen en ik moet er aan denken dat ik morgen dat meeneem voor hem, want daar heeft hij om gevraagd, nou zulk soort dingen allemaal ook. Hij krijgt gesproken boeken, oh ja, ja, die heb ik wel op de bus gedaan maar hij heeft nog geen nieuwe terug. En hij luistert daar als hij naar bed gaat heel veel naar, gesproken kranten, en gesproken boeken. Of de radio.
Nou ben ik twee dagen niet geweest, of drie dagen, zaterdag, zondag, maandag, en dan. Ja de radio staat ook weer verkeerd, zit hij aan verkeerde knopjes en dan kan hij het niet meer terugzetten. Dat is ook zo iets. Ik bedoel ik, ik had vroeger hetzelfde radiootje en als ik dan 's nachts wat radio wou horen in een oortje, dan kon ik feilloos de knoppen voelen, maar hij voelt het niet. Hij voelt het echt niet. Dus daaraan merk je ook dat er iets niet goed is. Nou ja, dat ik daaraan moet denken en denken, denken, denken. Vooruit denken. En achteraf denken van oh dat ben ik vergeten, en dat ben ik vergeten. En daar kun je tijden mee zoet zijn.