Janny vertelt dat zij niet ‘wel eens’ wat vergeet: zij vergeet wát ze vergeet
Oh, dan zeggen ze [-], nou wij vergeten ook weleens wat hoor Jannie. Maar ik kan niet, ik vergeet helemaal wat ik vergeet. De gedachte heb ik er niet bij. Ik kan toch niet denken, ja, oh dat moet ik, wat ik onthouden moet dan zeg ik altijd, ik hoop niet dat ik het vergeet. Daarvoor schrijf ik gewoon de belangrijke dingen dan op. Maar als ik het vergeten ben dan ben ik het kwijt, nou, punt uit. Ik hoor ook weleens van jonge mensen, sorry hoor, maar ik was het even vergeten. Nou, dan zeg ik dat ook, sorry ik was het even vergeten. Als je te zwaar gaat denken wordt het hoe langer hoe erger. Tenminste, zo'n gedachte heb ik dan erover.