Henny heeft soms gelijk, maar wordt onzeker als haar man daaraan twijfelt
Nou, het is een gevoel van onzekerheid, is het eigenlijk, want soms, wat ook gebeurt, dat ik wel [-]. Kijk, mijn man is natuurlijk ook achtenzestig, want die vergeet ook wel eens dingen. En ik heb wel eens dingen, die ik heel goed op beeld heb. Dan zeg ik van, nee, het is zus en zo en dan weet ik het echt zeker, ik heb het heel goed op beeld. En dan gaat hij daar tegenin, want hij denkt dan ook dat hij het weet, weet je wel? [lacht] Dat is niet het gehakketak, wat we eerst wel eens hadden, maar dan houd ik mij ook heel snel stil, dat ik denk, nou, laat maar en dan laat ik hem zelf uitzoeken en dan komt 'ie er wel weer achter in verband met een vliegtuig was dat onlangs. Dat we terug moesten uit, ergens vandaan, doet er ook niet toe, hè. En toen had ik intussen rond gekeken, terwijl hij wat formulieren regelde, waar we dus naar de gate moesten. En we gingen nog even koffie drinken ergens en toen zei hij, de gate is daar en daar. Toen zeg ik, nou, nee, ik heb terwijl jij die papieren stond te regelen, heb ik beneden gekeken en hij is daar. Hij zegt, oh, nee hoor, dan ben je [-]. Nee, Henny, hij zegt, je bent echt mis, die is daar niet. Nou, ik denk, ik weet het zeker, ik zeg, nou [naam man] ik weet het zeker. Hij zegt, nee, hij zegt, ik denk dat je dat toch een beetje verkeerd op beeld hebt, zegt 'ie. Nou, ik zeg, oké. Ik wist het nog steeds zeker, ik zeg, oké, dan gaan we, dan ga ik achter jou aan naar die gate. Nou, hij kon 'm dus niet vinden, waar hij dacht dat 'ie was. Ik zeg, nee, ik zei toch dat 'ie beneden was. Ja, dat klopte wel. En dat is ook wel regelmatig zo, weet je. Dus hij wordt soms ook wel eens een beetje onzeker nu.