Ans vindt het fijn dat ze altijd wat heeft te doen op de dagopvang
En, alles wat gewandeld wordt daar, want het is een bos, ja daar ben ik altijd bij. En dan heb ik ook nog een, je hebt er allemaal, heb je dan iemand die over jou gaat hè. Dat is jouw eerste, dat je daar mee kan praten zeg maar. Ik kon het even niet vinden hoe ik dat moest zeggen, maar[-]. En dan is [naam] hè, die heeft bij mij hier onder de naailes gezeten en die heeft zoiets van, om de veertien dagen gaan we koken. Want ik kan ook helemaal niet meer koken. Want we hebben Tafeltje Dekje en daar doen wel altijd lekkere hapjes bij en nou ja, het komt altijd goed. En toen nam, hebben we een groepje bij elkaar, ook best wel oude mensen, maar die zijn, die kunnen goed aardappels schillen en die kunnen alles, al die dingen heel goed doen. En dan wordt, doen wij het helemaal , ja schoonmaken zeg maar en doen zij het wassen, want dan komen zij er ook, wij er ook niet meer aan met de handen natuurlijk. En dan wordt dat op een plaat of zo, wordt dat gaar gemaakt, en dan wordt heel mooi de tafel gedekt, daar doe je dan allemaal samen mee. En dan een glaasje erbij, mooi servetje erbij en dan gaan we eten. Nou, dat is toch leuk? Ja. Want dan heb je wat te doen. En dan hebben we het in de zomer een keertje gehad gewoon dat we dus, nou we gaan pannenkoeken bakken. En dan moeten we, hebben we ik weet niet hoeveel verschillende pannenkoeken met z'n allen uitgevonden. En lekker! En slagroom erop, hup. [lacht] Leuk toch?