Trans zijn en menstrueren
Menstruatie is niet alleen van vrouwen. Ook transmannen, geboren als vrouw, kunnen menstrueren. In dit thema beschrijven we de ervaringen met menstruatie van twee transmannen.
Abel en Thomas zijn biologisch vrouw en hebben beide genderdysforie. Dit is een gevoel van onvrede met het geslacht waarmee je geboren bent. Voor de behandeling van genderdysforie zijn lange wachtlijsten. Abel en Thomas zijn daarom eerst in sociale transitie gegaan. Dat betekent dat ze als man door het leven gingen, zonder dat ze een lichamelijke transitie hadden gehad. Dat betekende dat ze ook menstrueerden. Abel krijgt inmiddels testosteron, Thomas staat nog op de wachtlijst voor behandeling.
Abel beschrijft dat een menstruatie mentaal zwaar is. Hij wordt dan geconfronteerd met zijn baarmoeder, iets wat hij met vrouwelijkheid associeert.
Thomas voelt zich oncomfortabel en ongemakkelijk als hij ongesteld is. Daarnaast krijgt hij meer last van dysforie, door grotere en gevoelige borsten. Hij kan hierdoor zijn binder (hesje waarmee je een plattere borstkas creëert) niet aan. Thomas vindt het normaal dat een man ook kan menstrueren.
Zowel Abel als Thomas lopen tegen een praktisch probleem aan: er is vaak geen prullenbak op het mannentoilet. Daarnaast vinden ze de vormgeving van menstruatieproducten te veel op vrouwen gericht.
Behandeling met mannelijke hormonen, zoals testosteron, kan onderdeel zijn van een behandeling van genderdysforie. Sommige mannen krijgen de minipil voorgeschreven. Dat zorgt ervoor dat de menstruatie geheel wegblijft of veel minder wordt. Een effect van testosteron is dat het oestrogeen onderdrukt. Hierdoor blijft de menstruatie uit. Thomas staat op de wachtlijst voor een behandeling. Hij wil graag testosteron, zodat hij niet meer ongesteld wordt.
Abel krijgt al testosteron. Sindsdien heeft hij nog verschillende keren bloedverlies gehad. Naast hormoonbehandeling, heeft Abel ook gesprekken met een medisch maatschappelijk werker. Het helpt hem om te praten over onderwerpen als schaamte, zelfbeeld en interactie met anderen.
Thomas vertelt open aan zijn vrienden wanneer hij ongesteld is. Abel benoemt niet uit zichzelf dat hij trans is, maar vindt het wel zijn verantwoordelijkheid om mensen bewust te maken dat menstrueren niet alleen iets is wat vrouwen doen. Thomas legt mensen om hem heen ook uit dat menstruatie niet aan een gender gebonden is.
Abel en Thomas ervaren verschillende reacties uit hun sociale omgeving. Thomas vertelt dat hij, als hij menstrueert, steun krijgt van zijn vriend, die ook trans is. Abel ervaart juist meer onbegrip en weinig acceptatie vanuit zijn omgeving. Positieve reacties vanuit de mensen om hem heen helpen als tegenhanger tegen de negatieve reacties die hij ook ervaart.
Abel en Thomas vertellen ook over hoe de maatschappij kijkt naar hen als transman die menstrueert. Thomas ergert zich dat menstruatie wordt gezien als “vrouwending”. Abel vertelt dat het besef dat zijn menstruatie hem niet minder man maakt, langzaam indaalt in de maatschappij. Hij beschrijft dat dit idee diep in onze maatschappij zit.
Abel vertelt dat hoewel het onderwerp ‘trans zijn’ meer in het nieuws is, hij weinig verschil merkt in het begrip wat mensen tonen of het aantal gender neutrale toiletten. Wel ziet hij verschil in de representatie van transpersonen in de media. Vroeger waren er weinig rolmodellen, dat is nu beter, vindt Abel.
Thomas zet zich in op zijn studie, om te zorgen dat er meer gender neutrale toiletten komen.
Thomas en Abel willen andere transpersonen meegeven dat je niet minder man bent als je menstrueert, of niet minder vrouw bent als je niet menstrueert.
Aan zorgverleners geeft Thomas het advies om meer kennis op te doen over transmensen. Dit kan bijvoorbeeld door de lessen die Transgendernetwerk Nederland geeft aan huisartsen.