Christa voelde zich machteloos, eenzaam en stond in overlevingsmodus
Ik heb me toen, volgens mij, niet goed beseft, hoe ziek hij was. Het komt nu pas een beetje, na een halfjaar. Ik was hem gewoon echt bijna kwijt. Hij is eh, hij was op dat moment dat hij daar was, en zijn eerste nacht was hij in principe meer dood dan levend. Hij, eh, hij was wel gewoon zo ziek en ze waren heel druk bezig met zoeken naar medicijnen wat, wat hielp natuurlijk. Maar ik ben hem meerdere malen, ben ik hem echt kwijt geweest. Dus… Maar dat heb ik me toen niet beseft. Echt niet. Dat… Ik heb alleen maar zitten huilen, geloof ik. Als ik daar was, dat, het stroomde, het stroomde gewoon over mijn wangen heen, de tranen. En meer als dat kan je ook niet echt doen. Je kan niks. Dat is ehm… dat helemaal dat hulpeloze gevoel. Je ma-, je mag niks. Als hij een schone luier nodig had, dat eh, deed de verpleging dan. De laatste paar dagen kon-, mocht ik dat eindelijk wel doen. Maar in het begin natuurlijk helemaal niet. Dat eh… dat is heel machteloos is dat. En ik moet je zeggen, dubbel zo eenzaam. Want dan heb je je familie natuurlijk wel eh, wel bij je, of ehm, die je steunt. Maar je doet het niet met z’n tweeën. En dat-, je krijgt je alles in je eentje te verwerken. En het was echt gewoon een stortvloed van slecht nieuws wat ik over me heen heb gekregen. Elke dag hadden ze wel weer slecht nieuws. Ze hadden ’s morgens slecht nieuws, ze hadden ’s middags slecht nieuws. Het hield echt niet op. Dat was ehm… ik weet niet wat… je weet gewoon niet hoe je daar mee om moet gaan. Er is geen, geen richtlijn voor. Ze zeggen niet van dat moet zo, of… ja, ik weet het zelf ook niet. Je laat het over je heen komen. Je moet. Je staat in de overlevingsmodus en dat heb ik tot de dag van vandaag, een beetje, ja zo rondgelopen. Je blijft natuurlijk bang als hij… Op een gegeven moment ben je dan wel thuis. Maar die, die angst is niet zo heel snel weg.