Praten met lotgenoten
Veel mantelzorgers hebben de behoefte om contact te hebben met andere mantelzorgers. Bijvoorbeeld voor het uitwisselen van ervaringen en tips. Anderen om je heen weten niet precies wat jij als mantelzorger meemaakt. Niemand begrijpt dat, alleen lotgenoten. Hier vindt u meer informatie over de behoefte aan, de betekenis van en de ervaringen met lotgenotencontact.
Anderen om je heen weten niet precies wat jij als mantelzorger meemaakt. Niemand begrijpt dat, alleen lotgenoten. Verschillende mantelzorgers hebben daarom deelgenomen aan gespreksgroepen voor mantelzorgers om zo in contact te komen met lotgenoten – soms op advies van een casemanager of vriend. Er zijn ook mantelzorgers die bewust niet deelnemen aan een gespreksgroep, omdat zij daar geen behoefte aan hebben, omdat ze het zelf willen verwerken, omdat ze niet geconfronteerd willen worden met problemen van anderen, omdat ze niet altijd alleen maar over dementie willen praten, of omdat ze hun verhaal bij iemand anders kwijt kunnen. Het lotgenotencontact hoeft overigens niet altijd via een gespreksgroep te verlopen. Kars heeft bijvoorbeeld via het Alzheimer Café een lotgenoot leren kennen waar hij nu veel steun aan heeft. Een ander kan zijn of haar verhaal kwijt bij familieleden die in een vergelijkbare situatie zitten. En Willy kan haar verhaal kwijt bij vriendinnen die in een vergelijkbare situatie zitten.
Voor de meeste mantelzorgers betekent het praten met lotgenoten: het uitwisselen van ervaringen die anderen in de omgeving niet hebben. Niet alleen worden praktische tips uitgewisseld die de mantelzorger in staat stellen beter om te kunnen gaan met hun naaste, maar ook emoties worden gedeeld. Men vindt erkenning en herkenning, begrip, saamhorigheid en bemoediging. Men kan zijn of haar verhaal kwijt en dat lucht op. Door het gesprek met anderen beseffen sommigen dat de situatie bij hen nog niet zo slecht is. Niet alleen hoopt men er zelf wat te kunnen halen, men hoopt ook anderen te kunnen helpen. Jan vergelijkt het met een zak graan die op tafel wordt gegooid waar iedereen dat korreltje graan uitpikt dat hij of zij nodig heeft.
Er zijn echter ook enkele mantelzorgers die juist niet zitten te wachten op verhalen van anderen. Zij vinden geen morele steun in gesprekken met andere mantelzorgers. Sommigen geven aan dat het praten met andere mantelzorgers soms ook te veel is. Zij twijfelen soms of het wel verstandig is om naar een gespreksgroep te gaan. Ze horen te veel leed en nemen dat mee naar huis en liggen daar 's nachts wakker van. Joke S. geeft aan dat het wel belangrijk is dat de gespreksgroep bestaat uit gelijkgestemden. Tot slot geeft Chris aan dat hij graag in een kleine groep met andere mantelzorgers zou willen praten, maar dat de gespreksgroepen op voor hem ongelukkige tijdstippen georganiseerd worden.