Ron
- Geslacht:
- Man
- Leeftijd:
- 43 jaar
- Datum interview:
- woensdag, 9 februari, 2022
Achtergrond:
Ron is een man van 43 jaar, die gehuwd is en twee kinderen heeft. Hij heeft een afgeronde opleiding Gezondheidswetenschappen en is 36 uur per week data-analist en stafmedewerker wijkzorg bij een thuiszorginstelling en is daarnaast gemeenteraadslid en bezig met een studie technische bedrijfskunde. Hij is bekend met bronchitis en hoge bloeddruk..
Korte samenvatting:
Ron kreeg op 16 maart 2020 de eerste verschijnselen van COVID-19. Zijn voornaamste klachten waren energieverlies, kortademigheid, koorts en een snelle ademhaling. Na zeven dagen thuis, waarin hij geleidelijk steeds zieker werd, is hij via de huisarts in het ziekenhuis op een COVID-19 afdeling opgenomen voor een week. Tijdens het interview ondervindt hij nog veel klachten zoals een beperkte conditie en snelle overprikkeldheid. Hij werkt 50%, krijgt minder belastende taken en heeft zijn werk als gemeenteraadslid en de studie naast het werk moeten opgeven. Als belangrijkste element van zijn herstelproces beschouwt hij het leren omgaan met beperkingen en acceptatie van zijn verminderde inzetbaarheid en draagvermogen.
Meer
Ron, stafmedewerker wijkzorg en data-analist, was 43 jaar toen hij op de ochtend van 16 maart 2020 een hoestje kreeg op het werk. Hij voelde zich grieperig, ging naar huis en ’s middags naar bed. De dagen daarop liep de koorts op en kreeg hij steeds minder energie. Ook had hij een zeer snelle ademhaling. Na Ron’s klachten telefonisch te hebben aangehoord, gaf de huisarts aan dat hij terug moest bellen als de koorts hoger werd dan 390. Na zeven dagen, op 23 maart, met erg weinig energie en kortademigheid viel hij thuis flauw. Toen de huisarts daarna langskwam en het zuurstofgehalte in het bloed bepaalde, werd direct een ambulance gebeld, kreeg hij in de ziekenwagen al zuurstof toegediend en belandde hij op de eerste hulp. Van daaruit werd hij overgeplaatst naar een COVID-19 afdeling, waarvan vanwege besmettingsgevaar de deur maar drie keer per dag open ging. Die nagenoeg totale isolatie heeft een enorme impact op Ron gehad, mede door het feit dat er geen enkele afleiding was. Hij zag ook dat personen van zijn kamer in plastic zakken werden afgevoerd, wat hem erg angstig maakte. De eerste vier nachten sliep hij dan ook totaal niet. Gelukkig hoefde hij niet aan de beademing en volstond behandeling met zuurstof. Na een week mocht hij weer naar huis.
Eenmaal thuis is Ron naar eigen zeggen ‘als een malle’ begonnen met conditieopbouw. Grotere afstanden wandelen lukte niet zo goed, het opbouwen van een afstand fietsen met de nieuw aangeschafte moutainbike ging iets beter, tot 25 kilometer fietsen met heuvels in de zomer. Geleidelijk is Ron ook weer wat uren gaan werken. Maar, zo concludeert hij nu, eigenlijk was hij ‘zijn reservebatterij aan het opsouperen.’ Na de zomervakantie in 2020 kreeg hij een terugslag. Bij wat zwaardere lichamelijke inspanning werd hij duizelig en hij kreeg steeds vaker hoofdpijn. Daarnaast kreeg hij last van concentratieproblemen en vergeetachtigheid, de zogenaamde hersenmist, en kon hij totaal geen prikkels meer verdragen.
De professionele ondersteuning die Ron de vanaf september 2020 kreeg betrof fysiotherapie, met name gericht op ontspanningsoefeningen, ergotherapie, enkele bezoeken aan een revalidatie-arts en ondersteuning van een psycholoog. De laatste hielp hem met het accepteren van zijn verminderde belastbaarheid. Ook heeft hij een EMDR-behandeling gehad, gericht op zijn angstproblemen als gevolg van de ziekenhuisopname. Via de bedrijfsarts is hij in contact gekomen met een eerstelijns GGZ-instelling die zich richtte op burnout klachten, waarmee zijn eigen klachten een overlap vertonen. En hij heeft tot op de dag van het interview veel steun aan C-support, waar mensen met het Post COVID Syndroom worden ondersteund.
Een maand na zijn ontslag uit het ziekenhuis werkte hij een halve dag, verdeeld over twee dagdelen. Ook deed hij werk vanuit huis, zoals het schrijven van beleidsnotities. Inmiddels werkt hij 18 uur, verdeeld over meerdere dagen en zo prikkelarm en eenvoudig als mogelijk ingericht. De studie technische bedrijfskunde die hij naast het werk deed, heeft hij moeten opgeven. Hetzelfde geldt voor zijn werk voor de gemeenteraad. Een dialoog aangaan dat kan heel goed, maar debatteren, discussiëren of een groepsproces vormgeven, gaat niet meer. Dan ontstaat duizeligheid, hoofdpijn en vermoeidheid, waarvan hij moeizaam herstelt. Gelukkig heeft zijn leidinggevende alle begrip voor de situatie.
Zijn advies voor terugkeer naar werk van patiënten met gelijksoortige problemen is het opstellen van een herstelplan, waarin naast aandacht voor rustmomenten ook is gedacht aan gedeeltelijk herstel, en waarbij de leidinggevende en bedrijfsarts zijn betrokken. Het belangrijkste effect van de zorg die hij heeft gehad, vindt Ron het feit dat hij heeft leren accepteren dat de situatie is zoals hij is. De psychologische ondersteuning die hij kreeg, gaf bij dat acceptatieproces de doorslag. Andere patiënten met Post-COVID adviseert hij ook om lotgenotencontact te zoeken. Daarnaast moet de oplossing van verloren conditie niet worden gezocht in keihard trainen en moet het gehele herstelproces zo breed mogelijk worden benaderd, met ruime aandacht voor eventuele psychische stress. Ook adviseert hij oog te hebben voor positieve zaken die zijn klachten en het herstelproces teweeg kunnen brengen, zoals een hechtere band met je kinderen omdat je veel vaker thuis bent. Zorgprofessionals adviseert hij op de hoogte te zijn van welke andere expertises/specialismen bij een patiënt betrokken zijn en wat die precies doen, en samen te werken zodat een holistische benadering wordt gestimuleerd. Eén van de betrokken behandelaren moet dat coördineren.