Ron vertelt dat sommige zorgverleners wel zelf de samenwerking opzoeken, maar niet allemaal.
Interviewer: "Van hoe verliep de samenwerking tussen zorgverleners? En ook ja, wat kon beter? Wat kon anders?"
Ron: Ja, je ontkomt er niet aan om, denk ik, toch overal het verhaal opnieuw te houden hè? Want dat hoor je altijd: nu moet ik weer opnieuw het verhaal vertellen. Ja, leg je er nou maar bij neer; dat zal toch moeten hè? Want het is ook heel belangrijk want die specialist is niet voor niks specialist. Die gaat vanuit zijn specialisme kijken naar jouw verhaal. Maar ik heb helemaal niet ervaren dat het een lint van opvolging is. En er zijn echt maar enkelen die zeggen: hé, misschien is het goed om dat specialisme erbij te betrekken. Ik merk dat mijn ergotherapeut dat nu wel doet bijvoorbeeld. En een van de specialisten bij de GGZ die deed dat ook. En de fysiotherapeut die had dat ook wel. Maar lang niet allemaal hè? En ga maar eens een ergotherapeut zoeken, zeiden ze. Ja, heb je een lijstje voor me? Dan krijg je zo’n uitgeprint lijstje. Ja, wie is er nou goed? Hè? Ik ken een ergotherapeut persoonlijk, dus ik vroeg aan haar: ja, waar moet ik nou een beetje opletten? Want ja … Jij moet vooral een klik voelen. En het is wel fijn als die ervaring heeft met vermoeidheidssyndroom bijvoorbeeld. Hè, want dat is iets waar je met ergo ja, heel goed op zou kunnen inhaken. Nou, dat heb ik gedaan. Toen ben ik gaan googelen. Ik kom praktisch om de hoek in het volgende dorp zeg maar terecht, toevallig bij een gespecialiseerde ergo. Ik denk: halleluja. Kwam ik daar, bleek het ook nog te klikken. Nou ja, dat is mooi. Maar ja, weet je, dat vind ik in het algemeen wel in gezondheidszorg Nederland, dat je gaat echt van hokje naar hokje. Het is heel erg taakgericht hè? En de eerste vraag die je bij elke therapeut dan ook krijgt, is: wat is je doel? Ja, dat, de eerste keer dat ik die vraag kreeg, moest ik daar echt even over nadenken. Ja, wat is mijn doel? Ja, ja, ik wil beter worden. En daar helpen ze je dan ook wel mee.