Liesbeth heeft begrip voor anderen die het moeilijk vinden om met haar vader om te gaan

En voor jou, in hoeverre krijg jij steun van anderen?

Nee, heb ik verder niet. Gewoon van [mijn partner], voor de rest niet. Hij weet hoe het gaat, hoe het zit. Niemand anders weet hoe het zit. Niemand, dus.

Omdat ze het niet begrijpen of, omdat jij het niet aan anderen vertelt hoe het zit?

Allebei.

Of maakt het een het ander, omdat ze het niet begrijpen, vertel je het niet.

Ja. [-] Ja, het is moeilijk te begrijpen, dus. En het is ook moeilijk om mee om te gaan voor andere mensen. En, want er valt heel moeilijk te communiceren ook met mijn vader. Hij begrijpt woorden niet meer, de gewoonste woorden niet. Dus ja, dan houdt het op. Ook [mijn partner] vindt het moeilijk. [-] Ik ben de enige die daar een beetje mee om kan gaan. [-] Dus ik hoef niet te praten met mijn vader. Of, ik kan gewoon ook een uur bij hem zitten zonder wat te zeggen. Of af en toe, of hij zegt wel eens wat, en, ja. Dat is zo vertrouwd zeg maar. Ja. Dus ik begrijp het wel dat een ander het moeilijk vindt.

Jij kan daar ook zitten terwijl je gewoon geen gesprek hebt met hem, zeg maar, gewoon het vertrouwde gevoel samen daar zitten.

Precies.

En een ander wil daar heen om een gesprek te voeren.

Ja, er moet gepraat worden toch? Anders wordt het te ongemakkelijk. Maar ik kan daar, ja, ik ga gewoon wel. Ik maak een bakje koffie, en wat lekkers erbij. Maar dat is het dan.