De omgeving van Winfried heeft geen idee hoe de situatie bij hen is
En andere mensen, dat is ook een andere, aparte dimensie nog van de problematiek en ik kan me daar niet zo over opwinden, want hè, dat snap ik dan wel. Maar dat is op zich, is dat heel vervelend. En dat lees je ook wel in de boekjes en zo. Daar heb ik ook veel aan gehad allemaal. Eh dan zeggen mensen, goh, ik vind dat het wel goed gaat eigenlijk, want ik heb niet zoveel gemerkt. En ja, dan denk ik, ja, je hebt [lacht] dat is wel makkelijk praten, want je hebt van die type mensen en die kwebbelen maar door, hè? En die praten maar door en en dat gaat maar door en dat gaat maar door. En ze kan nog redelijk anticiperen daarop. Dus op het juiste moment ja knikken of ja, ja, ja. Ja, ja, ja. ja, goh, ja, ja, ja. En sommige mensen, die kunnen dan een half uur doorpraten. Dan denk ik nou, wat een leuk gesprek heb ik gehad. Ze heeft helemaal niks gezegd. En dat hebben ze niet eens in de gaten. Nou, dan komt ze terug, goh, je was toch, je had toch wel wat zorgen en zo, dat [-]. Ik heb niks gemerkt. Ik vond het hartstikke goed gaan. Ik zeg, nou, zal wel een goede dag gehad hebben of zo. [lacht]
Wat doet dat met u als mensen dat zeggen?
Ja ik weet, ik weet dat er dan een verklaring is. Maar ja, het voelt niet lekker, nee. Want dan denk ik, ze hebben, ze hebben geen flauw idee in wat voor situatie wij zitten. En dan heb je wel eens de neiging om te denken van, je zou er zelf eens een keer een week onder de pannen moeten nemen. Dan piep je wel anders. [-] Want dan draaien ze zich om en dan zeggen ze, nou, dat was leuk. Hoi. Ik denk, ja, dat is een uurtje, hè? Ben je een uurtje [-]. En ook als we met een ander stel of zo nou, hele goede vrienden hoor, dus niks kwaads van. Nou, dan zit ik er ook wel eens, zit ik haar zo te bekijken van, hoe iemand anders dat dan zou zien. Ja, daar merk je niks van. Van de buitenkant natuurlijk al helemaal niet. Nou, de binnenkant kun je niet zien, maar als het dan zo'n gezellige kwebbelarij is en zo, als wij beginnen te lachen, begint ze ook te lachen. En ook gemeend hoor, daar is niks namaaks aan of zo. En als ze dan, ja, ik weet niet hoe dat taalmechanisme dan werkt of zo. Want ze, als je haar vraagt van, wat hebben ze nou net gezegd, geen schijn van kans dat ze daar een antwoord op kan geven. Maar ze kan wel anticiperen. Dus ze zit rustig lekker mee te knikken, dus een buitenstaander, dat kun je dus niet eens kwalijk nemen. Die heeft het vaak in het begin helemaal niet eens in de gaten. Helemaal niet. Moet je haar al een beetje kennen of al wat langer meemaken. Ze kan haar jas niet meer dicht doen, want ze weet, ze snapt niet meer hoe een rits eh werkt. Maar ja, daar kom je pas achter als je haar ophaalt en ik doe de jas niet aan. Of dat je, of dat je als buitenstaander al moet zien van hè, ze doet, waarom, waarom doet hij die rits dicht of een knoop dicht. Dus dan moet je ook maar weer de opmerkingsgave voor hebben. Ja. Dus daar heb ik niet zoveel moeite mee, maar ik vind het wel opvallend altijd. De mensen zeggen, goh, het gaat hartstikke goed. Dan denk ik ja, zit ik eigenlijk helemaal niet op te wachten. Voor [mijn vrouw] is het hartstikke leuk. Hè, om dat te horen. Als ze al in de gaten, ja, nee, dat vindt ze natuurlijk wel fijn. Maar dat gaat een beetje voorbij de erkenning. Ja, [-] ja, ja. [lacht]