Elly E. vertelt over de indicatieaanvraag bij het CIZ en de BOPZ
Nou, wij hadden natuurlijk al langer een CIZ verklaring voor hulp, al die dingen, dat had ik al allemaal. Maar op een gegeven moment toen waren wij bij de neurologie in het [ziekenhuis], waren wij eigenlijk klaar en daar hoefden we ook niet meer terug te komen. En, maar de huisarts vond het eigenlijk toch beter dat we naar een geriater zouden gaan. Ik zei, nou, prima, die weten ook wat meer, hè, ook voor mij, krijgt wat meer hulp misschien met al die dingen. En toen kwamen wij bij de geriater, maar dat is een ander district. Wij zitten hier net op de grens van, mag ik dat zeggen, [twee provincies]. En met de huisartsenpost zitten wij, en met het ziekenhuis zitten wij in [provincie]. Maar qua opnames zitten wij hier in [provincie].
Het was net vakantietijd en wij moesten een aanvraag indienen natuurlijk van het CIZ, C-I-Z. Dat moest door de geriater ingevuld worden. Dat hebben we gekregen, maar via de mail. Ik kon het bijna niet lezen, ik dacht, ja, maar de helft is niet ingevuld, het zal wel goed zijn. Want diegene, die dat zou doen, die was op vakantie en er zou iemand anders, zou dat dan doen. Het eerste wat we toen wel te horen kregen, ja, maar hier is nergens geen plaats. Ja, ik zeg, maar zover zijn we nog niet, ik moet eerst naar het CIZ. Ja. We hebben dat opgestuurd en wij hoorden maar niks. Het was al twee weken later, ik dacht, nou, ik ga maar eens bellen of mijn dochter heeft toen gebeld. Ja, maar die aanvraag, die is helemaal niet volledig. Ja, hoezo dat? Dat hebben ze daar en daar, hebben ze dat ingevuld door de geriater. Ja, maar het meeste is niet ingevuld. Daar kunnen we niks mee. Ja.
Toen heeft mijn dochter, ik geloof, twee uur lang aan de telefoon gezeten. Toen hebben ze het telefonisch dus ingevuld, want ze had de situatie uitgelegd, hoe dat dan allemaal zat, dat mijn man dan opgenomen moest worden. En dat dat zo allemaal een beetje scheef liep. Nou, toen hadden ze dan gevraagd waar wij dan naartoe wilden voor opname. Ja, ja, dat weten wij niet. Hij moet opgenomen worden, het is een spoedopname, maar wie regelt dat dan? Ja, nee, maar dat regelen wij niet bij het CIZ, dat regelen ze bij de geriater. Nou, dan ga ik daar weer naartoe bellen. Nee, dat regelen wij niet. We werden echt van het kastje naar de muur gestuurd. Ik heb een vriendin, die werkt bij een zorginstelling hier in de buurt, een paar dorpjes verder. Die heb ik op een gegeven moment gebeld, ik zeg, nou, ik kom er niet meer uit. Wij weten niet waar we naartoe moeten en hoe dat nou geregeld gaat worden, want niemand kan het ons vertellen. We worden echt van het kastje naar de muur gestuurd en zoek het zelf maar uit. Zij heeft toen een uur later teruggebeld van, met de naam van een zorgbemiddelaar, die dat dan regelt. Maar waarom geeft niemand ons die naam zelf, want waarom moet ik er via, via, via achter zien te komen. En die mevrouw heeft mij dus ook, die hebben we toen gebeld en die hebben toen uitgezocht waar hij terecht kon. Was gelukkig plaats dan bij de eerste zorginstelling. En zij heeft mij toen verteld van, nou, binnenkort wordt het hier dan ook geopend en dan kom je hier ook op de lijst te staan. Er zijn veertien plaatsen en dan ben je numero zeven. Nou, en dan valt er echt, ja, een hoop van je af. Want dan denk je, oh, nou komt er tenminste een beetje schot in, want dat komt er allemaal bij. En ik kon het gewoon niet meer regelen.
M'n dochter heeft het allemaal geregeld, maar die heeft echt uren, uren gebeld. Iedere dag weer opnieuw. Dan weer hierheen, dan weer daarheen. Toen naar die zorginstelling, waar hij dan heen zou gaan, die wisten ook nog van niks. Het liep allemaal langs elkaar heen en dat is een heel groot probleem, wat ik ook heel vaak hoor. Zeker met het CIZ, dat dat echt heel moeizaam gaat, later ja. Wij hebben ook, toen mijn dochter dus gebeld heeft, toen heeft ze wel alle medewerking gekregen, dat moet ik echt zeggen. Maar zo, nee, in eerste instantie liep het allemaal mis. En dat vind ik, dat vind ik gewoon heel vervelend, want daar zit je niet op te wachten. Je hebt al genoeg en dan komt dat er nog allemaal bij. Maar ja, zo is het heel vaak, ja. Het ergste vond ik ook nog, die BOPZ verklaring voor de indicatie voor het verpleeghuis. Oh, dat is ook een ramp. [lacht]
Wat maakt het een ramp?
Ja, dan komt er iemand en dan moeten ze toestemming geven om opgenomen te worden, hè? Tot drie keer toe. Ik moet zeggen, we hadden wel een hele aardige mevrouw en die bracht het ook wel heel mooi. En de eerste keer zei 'ie meteen, ja, nee, dat is goed. En de tweede keer, toen hè? Hij snapte het al niet meer zo goed. Toen zei hij nog wel, ja? Maar de derde keer, toen begreep hij er helemaal niks meer van. Toen werd hij ook een beetje boos, hij zei steeds van, wat is dat toch allemaal. En toen zei hij van, nou, ik weet eigenlijk wel voldoende, zei ze. Dus toen hebben we die verklaring gekregen. Maar dat maakt zo'n, voor mezelf vond ik dat zo moeilijk, want ik wist dat dat eraan zat te komen, maar dan denk ik van, oh nee, dan gaan ze vragen van geeft u toestemming, dat u dus ergens anders gaat wonen. Dan denk ik van, wat doet dat met iemand. Want ja, hoe zou hij dat, begrijpt 'ie dat of begrijpt 'ie het niet. Vond ik zo moeilijk, maar ja, dat is dan de wet, want dat moet. Nee, dat vond ik echt heel moeilijk. Ja. Maar gelukkig ging het goed. Ja. Want als dat dan niet goed gaat, dan moet de rechter eraan te pas komen. En dat, ja, dat vond ik dan helemaal een beetje [-]. Zou ik voor mezelf verschrikkelijk gevonden hebben, dat mijn man met, hè, via de rechter uit huis geplaatst zou worden, bij wijze van spreken. Nee, dat vond ik verschrikkelijk. Dat ging gelukkig goed.