Gerda Havertong vindt dementie mensonwaardig en ontluisterend
Ze wilde waardig, altijd waardig zijn. Je bent het niet meer. Het feit dat anderen over jou praten, waar jij erbij bent, is niet waardig. En zeggen van, ja, kijk, ze is vrolijk, ze lacht. Ga weg jij! Sinds wanneer, wie bepaalt dat ik vrolijk ben, omdat ik lach? Nee, nee, dementie is ontluisterend. Het maakt van jou een andere persoon en niet een aanvaardbaar wezen, vind ik. [-] Maar als je dementeert, kan je niet meer zoeken naar wat je had. Je, je bent niemand, ik vind het een vorm van vegetatie. Dat wij nu met elkaar kunnen praten, dat ik met jou van gedachten kan wisselen, dat ik jou kan vertellen wat m'n vreugden zijn, wat m'n verdrieten zijn, m'n angsten. Dat, dat vind ik iets, wat heel erg van belang is en ja, en in de manier waarop je met mensen, met elkaar omgaat, dat bepaalt, ja, de verhouding, het leven, dat bepaalt het. Op het moment dat je niet meer met elkaar kan communiceren, is het hoogste goed, vind ik. En op het moment dat je dat niet meer kan, dan ja, dat is niet goed, dat is niet goed. Dat ik niet aan jou kan zeggen van, gut, volgens mij heb je je jurk aan de verkeerde kant aan, maar dat ik het aan mijn vriendin zeg van, ja, ze heeft die jurk aan de verkeerde kant aan. Ja, daar kan ik toch ook niks aan doen. Is niet goed, is niet menswaardig. Ik vind, dat zolang je met elkaar van gedachten kan wisselen, hoe miniem ook, dat dat een belangrijk gegeven is. Onzin, want dat is wat er gebeurt als je dementeert, is het niet meer zinnig, het is onzinnig, er is geen touw meer aan vast te knopen.